Dames, tieten vooruit (2) - monoculturele melodieën

In maart vulde ik een blog met mijn visie op de wijze waarop we in Nederland structureel meer vrouwen aan de ‘top’ kunnen krijgen. Daarna verzamelde ik diverse artikelen die rond dit onderwerp gepubliceerd werden. Wat in het oog springt, is dat mannen en vrouwen ieder een eigen melodie zingen. Verder zingen we in Nederland al minstens 20 jaar dezelfde melodie. 

Prof. Dr. R. Vink beweerd op 30 april in het NRC dat de Nederlandse topvrouw gelooft dat een topfunctie ook in deeltijd kan. “Nederland heeft meer dan voldoende vrouwen met passende opleidingen en ervaring om de top te bereiken. Het ontbreekt echter aan de juiste inschatting van de gevraagde bijdrage en omstandigheden.” Wat dan wel de juiste inschatting en bijdrage zijn, blijft een raadsel. Mogen we aan 60 tot 80 uur per week denken? 

Kort daarop vond ik een artikel (helaas zoekgeraakt) over vrouwen die aan een workshop rond het thema ‘topvrouwen’ meededen. Hun conclusie is dat mannen moeten veranderen en moeten inzien dat topfuncties ook in deeltijd verricht kunnen worden. Zo staan twee monoculturele melodieën lijnrecht tegenover elkaar.  

In de Volkskrant van 15 mei staat een artikel over de Denktank TopBrainstorm. Uit onderzoek blijkt dat:”…zowel topmannen als -vrouwen quota te ver vinden gaan. Dat roept weerstand op. Er worden anders excuus-Truzen benoemd, en daaronder zullen bedrijven en getalenteerde vrouwen lijden.

Een bijzondere conclusie. Tussen 2001 en 2003 vertoonde het aantal vrouwen dat een toppositie bekleed een dalende trend. Alleen bij raden van bestuur/commissarissen was een lichte toename te zien. In de jaren tachtig en negentig ontstonden de eerste initiatieven om meer vrouwen op topposities te krijgen. Er zit nog steeds weinig schot in de zaak. Wat is de reden dat we een typisch Nederlandse monoculturele melodie blijven herhalen die al een jaar of twintig niet werkt. Die ervaring hebben we toch al lang? En hoezo spreken over excuus-Truzen, terwijl al een ruim aantal jaren ongeveer 50% van de academisch afgestudeerden vrouw is?

Een quotum, mits met beleid ingevoerd, is de enige oplossing. Dat ben ik van harte met prof. dr. R. Vinke eens. Hij schrijft: “Kern van het advies van R.M. Kanter is dat we een minderheid vooral nooit geleidelijk moeten introduceren. Dan blijft de minderheid te opvallend anders, drukt de meerderheid de nieuwkomers eenvoudig weg of worden zij ingepakt en gaat hun unieke bijdrage geheel verloren. Als je succesvol wilt werken, moet je meteen dertig procent van de minderheidsgroep positioneren. Let wel, die minderheidsgroep moet dan wel goed zijn toegerust en niet via slinkse wegen op posities worden geplaatst.

Daarom herhaal ik mijn pleidooi: wanneer we nu beleid uitzetten en programma’s starten, moet het in 2013/2014 mogelijk zijn dat dertig tot veertig procent van de topposities door vrouwen bekleed wordt.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>