Pesterijen? Wat heeft dat met seks te maken?

IMG_2171500 000 mensen worden gepest op de werkvloer. Door collega’s. 80 000 mensen worden structureel gepest. Een op de vier werknemers is wel eens gepest. Teletekst meldt: ‘Vrijwel alle werknemers vinden de chef de aangewezen persoon om iets tegen het pesten te doen, maar dat wordt dus maar in de helft van de gevallen gedaan.’ Collega’s doen zelf zelden iets tegen de pesterijen.

Dit zijn schokkende cijfers. En de vraag rijst onmiddellijk hoe het kan. Om te beginnen maar eens de managers. Waarom grijpen die niet in? Het antwoord hoeft niet zo moeilijk te zijn. Ze worden meestal afgerekend op het behalen van hun targets. Als ze gunstige cijfers halen, kijken hun managers niet verder. Die worden immers ook weer op hun cijfers afgerekend.

Natuurlijk zijn cijfers belangrijk. Je werkt om samen een prestatie te leveren. Maar ik heb al vaker gezegd dat de kunst en meerwaarde van management meer is dan wapperen met een excel sheet en roepen ‘Need I say more?’ Yes, manager, you need to see and say much more!

Kijken we naar het populaire prestatie management. Daarbij bepaal je je strategie en kernwaarden, je ontwikkelt een missie en visie, doelstellingen en uiteindelijk kom je tot prestatie indicatoren op teamniveau en individueel niveau. Daarmee heb je in elk geval invloed uitgeoefend op de resultaatgerichte kant van je organisatie.

Maar daarmee heb je nog niet gezorgd voor een goed klimaat in je werkomgeving. Dat goede klimaat lijkt er steeds minder toe te doen in bepaalde organisaties. Dat zie je aan verschillende dingen. De wijze waarop mensen tegenwoordig een organisatie worden uitgewerkt, daar zijn schrijnende voorbeelden van te geven. Moeten ze er vanwege kostenbesparingen uit, dan wordt dat vaak op hun functioneren gegooid. Er is een geval bekend van iemand die zelfmoord heeft gepleegd om deze reden.

Laten we zeggen dat er simpelweg te weinig aandacht is voor de sociale kant binnen organisaties. De pesterijen zijn er maar een voorbeeldje van. Dat haal je helaas niet weg met een feedbacktraining. De meer verborgen dynamiek in teams, daar moet je het zoeken. Informele hierarchieen, informeel leiderschap, de wijze waarop er met elkaar wordt omgegaan, dat soort dingen.

Hiervoor zijn talloze managers niet opgeleid. En dat maak ik dagelijks mee in mijn werk als MD-begeleider, coach en trainer. Ik zie heel vaak dat er veel aandacht is voor de prestatie die wordt geleverd. Daar spreken managers hun mensen meestal wel op aan. De sterke aandacht voor IT heeft tot verbeterde registratie geleid van prestaties en je kunt dus vrij digitaal mensen aanspreken als die niet goed zijn.

Maar pesterijen detecteer je niet met IT. Daar heb je managers voor nodig, die iets begrijpen van de menselijke kant. Die iets snappen van hoe het werkt in teams. Hoe mensen in elkaar zitten. En ervaring kan daar heel prettig bij zijn. Het beinvloeden van pesterijen vergt in elk geval dat je daarvan de oorzaak goed doorgrondt. Natuurlijk moet je normen stellen. Duidelijk maken dat het niet aanvaardbaar is. Maar daarmee ben je er niet.

Ligt alle verantwoordelijkheid dan bij de leidinggevende? Volgens veel medewerkers wel. Altijd weer interessant dat je aan een kant de roep om zelfsturende teams hebt, terwijl als het moeilijk wordt altijd weer de roep klinkt om leiderschap. Dit soort nieuwsberichten zijn voor mij motieven om niet over te gaan tot zelfsturende teams. Je hebt managers nodig die een veilige context scheppen om goede prestaties te leveren. Dat gewapper met excel sheets helpt hier niet verder.

Hoe komt het dat mensen dit doen? Dat is wel een interessante vraag waar psychologen en gedragsbiologen hun eigen verklaringen voor hebben. Ik zelf zie het als een combinatie van de manier waarop leiding wordt gegeven en de biologische eigenschappen van mensen. We gaan er nogal eens van uit dat mensen het goede voor hebben met hun omgeving. En dat is ook wel zo, maar het is niet genoeg. We hebben bijvoorbeeld last van hormonen.

Testosteron bijvoorbeeld. Dat leidt tot agressieve uitingen en tot competitief gedrag in teams. Zeker bij mannen, die in hun doelgerichtheid niet schuwen hun ‘tegenstanders’ op een stevige manier uit te schakelen. Vooral binnen teams waar de informele hierarchie vrij spel heeft, omdat de manager afwezig in het teamspel.

Vrouwen doen het op andere manieren, blijkt uit talloze boeken en artikelen. Roddelen, buitensluiten en negeren zijn voor vrouwen herkenbare wapens van hun ‘seksegenoten’. Maar de vraag is natuurlijk: waarom strijden mensen? Wat zijn dit voor mechanismes in strijdende teams. Ik doe een gooi, en sta open voor jullie ideeen hierover.

Competitie is voor mij een regelrechte afgeleide van breindelen die samenhangen met voortplanting. In ons brein, dat zo goed zou functioneren in een jungle en nog zo weinig is ingesteld op de cultuur die we nu met elkaar hebben bedacht, zitten instinctieve mechanismes die met de voortplantingscompetitie te maken hebben. En eventuele concurrenten op dat gebied schakelen we bij voorkeur uit.

Dit alles gebeurt op een onbewust niveau. We hebben er simpelweg niet altijd bewuste controle over. Wie eraan twijfelt dat de voortplantingsmechanismes op de werkvloer hun werk doen moet eens kijken naar dit gegeven: GezondheidsNet (en talloze tijdschriften en dagbladen) vermeldden onlangs nog dat de werkvloer een broeinest is voor relaties. 71% van de singles heeft wel eens iets gehad met een collega. Ongeveer de helft is vreemdgegaan met een collega. Onder diepe geheimhouding.

Onbewuste voortplantingscompetitie, het uitschakelen van concurrenten in het verborgen intimiteitsveld van teams, is volgens mij een van de belangrijkste oorzaken van pesterijen. Ongetwijfeld spelen er ook andere zaken. ‘Tribal patterns’ bijvoorbeeld; onze aangeboren neiging tot gereserveerdheid ten opzichte van andere ‘stammen’. De solidariteit met de eigen familie, groep of het eigen volk leidt ook bij dieren tot vijandigheden.

Bij ons is dat waarschijnlijk biologisch gezien niet anders. Zondebokfenomenen laten zich hierdoor moeiteloos verklaren. En ook pesterijen kunnen zo gezien worden. Bij dieren gebeurt dat allemaal veel directer; mensen, in het bezit van een onderscheidende prefrontale cortex, zijn subtieler. Maar daarom nog niet minder doelgericht. Alfamannen vallen aan, strategisch en soms zeer slim. Vrouwen hebben hun eigen strijdmethoden. Dat bevestigen ze zelf overigens.

Rest de vraag wat je er mee moet. Dat antwoord hoeft niet ingewikkeld te zijn. Ons natuurlijk niveau is geen eindhalte. De geschiedenis bewijst dat de meeste mensen hun natuurdriften heel goed kunnen beheersen. Een veilige context scheppen, daar gaat het om. Daar ligt een rol voor leiderschap. Duidelijke normen helpen maar ze ook bewaken. Daarvoor hebben je mensen meer nodig dan alleen maar targets en prestatie management.

Onlangs schreef Bert Overbeek het boek 'Het Flitsbrein'. Op dit moment staat het op nummer 12 in de managementboek top 100, waar het enige weken in de top 10 heeft gestaan. Daar is het onder andere ook te bestellen. Op 25 juni is er een workshop over de vraag: hoe gebruik je je intuïtie in je werk?  Zie hier: http://www.jongebazen.nl/kennismanagement/hoe-kan-je-brein-je-intuitie-gebruiken-in-je-werk-toffe-workshop

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Antoon Duijnker
Lid sinds 2019
Járen geleden deed ik onderzoek naar zelfsturende teams bij de Rijksbelastingdienst. Mijn conclusie: Zelfsturing is (alleen) mogelijk in stabiele omgevingen - teams in een dynamische omgeving vragen om expliciete keuzen. Dynamiek leidt tot impasses en/of strijd om de (beslissingsmacht) macht. Per saldo wordt het zelfsturende team dan minder effectief. Als metafoor: 'Iedereen' kan een schip op koers houden bij rustig weer. Niemand is bestand tegen de 'Perfect Storm'. Daar tussen in zit stuurmanskunst en dat is meer dan kijken naar de hemel wat voor weer het wordt.
Mijn tegenwoordige ervaring als pedagogiekdocent management & beleid en als executive coach is dat onze complexiteits-maatschappij (we verbinden alles met alles) zelfsturende teams nog minder mogelijk maakt. Vandaar ook dat mijn 'metingen' op het volwassenheidsniveau van teams vaak niet verder komt dan een 'los-zand-structuur' of 'functionele sub-structuren' binnen teams. Deels omdat veel leidinggevende niveaus zijn geschrapt (gevolg is lead-stress), deels omdat teams toch nog steeds ingedeeld worden alsof het oude tribe-model nog zou werken.
Oplossing voor dit moment is om het geloof in eigen kunnen te versterken (persoonlijke functionele- en sociale professionalisering) én om vaste teamverbanden te vervangen door tijdelijke teamverbanden (project- en netwerkverbanden). Daarmee verfijnen we de aandacht zowel naar binnen (psychologische professionalisering) als naar buiten (professionalisering op samenwerking).
En als reactie op het genoemde eros-thema: Zolang er leven is, is er de behoefte aan reproductie. Baruch Spinoza sprak van de alom bestaande interne drift van systemen om te blijven bestaan. Die drift houdt niet op bij de (virtuele) voordeur van de organisatie. Daarbij hoort altijd "jij wél en jij niet". Het is een heilige die tegen iedereen zegt: " Jij wel". Die heiligen bestaan wel, maar in elke religie worden ze als onbereikbare grootheid aanbeden. Weinigen geloven dat die kracht "jij wel" ook in henzelf schuilt. Je kunt het leidinggevenden wel leren. De drift (het hormoon) is veel sterker dan de ratio. "Je gaat het pas zien als je het door hebt". Communicatie is al lastig, maar meta-communicatie is lastiger.