BAVARIA-directeuren Frank en Peer Swinkels: 'Relaties staan bij ons centraal,niet de bonussen.' (Interview)

Middenin het Brabantse land nabij Lieshout ligt de Bavaria-brouwerij. De brouwerij is sinds 1764 in handen van de familie Swinkels. Het bedrijf exporteert zijn bier naar 120 landen, waaronder Zuid-Afrika en Rusland. Het levert daarmee een bijdrage aan de bierreputatie van Nederland in het buitenland. Samen met Mexico is Nederland namelijk het grootste bier exporterende land van de wereld.

De hal van het driehoekige Bavaria-hoofdgebouw ademt historie. Er is een bronzen  gravure van drie leden van de zogenaamde ‘vijfde (Swinkels-) generatie’. Jan (1905-1999), Pieter (1899-1969)
en Frans (1896-1979). Daartegenover zie je 18 hoofden van de 6e generatie (tussen 1929 en 1949 geboren).

Wie denkt dat Bavaria een oud, conservatief bedrijf is dat nostalgisch aan een groots verleden hangt, maar niet meer mee kan in deze tijd, komt bedrogen uit. Als je goed luistert naar directieleden Frank (40) en Peer (36)  Swinkels, de mannen die ik op deze stormachtige decemberdag interview, hoor je eerder het tegenovergestelde. Bijvoorbeeld over de jongere generatie.

‘Ik vind de huidige jonge generatie veel socialer dan de generaties van vroeger en dat uiten ze ook op sociale media’ vindt Frank ‘Ze doen meer voor elkaar en ze leren veel meer van elkaar. Natuurlijk helpen sociale media ze daarbij. Ze kunnen nu dingen delen zonder dat ze het weg hoeven te geven. Het nieuwe delen is vermenigvuldigen.

Als wij vroeger iets wilde delen, een knikker of een boek, dan gaf je het weg en dan was je het kwijt. Nu hebben kinderen de mogelijkheid om te kopiëren en linken naar elkaar te sturen, zonder dat ze zelf iets kwijt raken. Ze zitten bovendien vaker samen achter de computer. Als wij achter zo’n ding gaan zitten, doen we dat alleen, maar zij doen het samen, waardoor ze zich beter in communiceren trainen.

Er wordt ook veel meer tijd aan kinderen besteed, in vergelijking met vroeger. Hierdoor worden ze natuurlijk ook socialer. Ik vind het belangrijk om dit te benadrukken omdat je zo vaak het tegenovergestelde hoort.’

Peer knikt instemmend en vult aan.

‘Het hangt er maar vanaf hoe je sociaal definieert. Als je naar het verenigingsleven kijkt dan zie je een daling. Mensen gaan op een andere manier sociaal met elkaar om. Maar heb je het over hoe we met onze kinderen omgaan, dan ben ik het met Frank eens. Onze ouders gingen bijvoorbeeld nog naar de kostschool.’

Toen Peer en Frank klein waren, werden er op zondagen na de kerkgang worstenbroodjes en soep van oma Swinkels genuttigd. De kinderen gingen dan buiten spelen, terwijl de vaders en moeders over ‘de brouwerij en de familie’ spraken. Die gesprekken waren soms erg stevig. Peer heeft een van zijn ooms wel eens met een klap een tafel in tweeën zien slaan. Maar hij heeft daar geen moeite mee.

‘Heftige discussie en een goede relatie horen bij elkaar. Met wie heb jij de stevigste gesprekken? Waarschijnlijk met je vriendin. Dat maakt de relatie niet slecht, je hebt die gesprekken juist met degene die het dichtste bij je staan.’

 

 

‘Wij werken dan ook aan onze relatie met elkaar en met de medewerkers’ zegt Frank ‘Daarmee voorkom je dat je rollebollend over straat gaat. Als er eens iets is, spreken we dat uit. Het gaat dan niet om je gelijk te halen, maar om met elkaar tot iets moois te komen, elkaar te begrijpen en samen naar iets beters toe te werken.

Relaties staan bij ons centraal en niet de bonussen. En zo sturen we ook aan. We hebben hier nooit een bonuscultuur gehad. We zijn niet zo van status. Er is altijd wel iemand in de straat die een betere auto heeft. Daar gaat het uiteindelijk niet om.’

De heren zijn goed ingespeeld op elkaar, want Peer is het opnieuw met Frank eens.

‘In een bedrijf als het onze kan het inderdaad niet anders dan dat je af en toe discussie hebt. Dat kan tot mooie dingen leiden.’

Zoals de reclamecampagne in 2010. In Zuid-Afrika verschenen er op de tribunes bij de WK Voetbal plotseling 36 Bavariababes in oranje minijurkjes. De wereldvoetbalbond de FIFA was er niet blij mee en zette de dames Soccer City uit; Bavaria werd beticht van sluikreclame. De rel leidde tot een zee van publiciteit. Rond 22 juni bereikte de brouwer met de FIFA een akkoord om ‘de integriteit van de FIFA-reclamecampagnes te respecteren’.

‘Daar kwamen verschillende dingen samen’ glimlacht Peer ‘We wilden iets onderscheidends doen, net als met de WK van 2006. Toen hadden we de leeuwenhose bedacht. Voor 2010 moest er
net zo’n succesvolle campagne komen. We kozen ervoor om iets met vrouwen te doen. Bij voetbal zie je altijd mannen. Wij dachten: doe anders!

Aan de lunchtafel met een paar marketingmensen kwam toen het idee van een jurkje naar voren van twee dames uit Amsterdam. We zochten daarvoor contact met Supertrash, het Nederlandse modeconcern van Olcay Gulsen, dat het internationaal erg goed doet. Die deden het design. Ik heb toen voorgesteld om Sylvie van der Vaart als boegbeeld te nemen.’

Het resultaat kennen we. Talloze internationale media berichtten over het voorval en Bavaria’s populariteit is er geweldig door gegroeid. Frank vertelt dat alle generaties bij Bavaria dergelijke onderscheidende initiatieven en risico’s namen. Hij geeft een paar voorbeelden.

‘In 1925 begon Bavaria met blond bier te verkopen. Iedereen dronk toen ale. Van dat donkere bier zonder schuimkraag. In 1974 waren we het eerste concern dat zijn bier in blikjes verkocht. Begin jaren 90 begonnen we bier te exporteren in Rusland. Dat was toen nog niet zo gemakkelijk.

We hebben van huis uit meegekregen om voorop te lopen en om onze eigen koers te varen. Dat doen we dan ook.’  ‘Het zit in onze genen’ bevestigt Peer ‘Om nog maar een voorbeeld te noemen: wij waren de eerste brouwer die alcoholvrij bier onder zijn eigen naam verkocht. En laten we
het niet vergeten: de knipoog is erg belangrijk.

Bier is een product voor situaties waarin je dingen relativeert. Daar hoort de knipoog bij. Die knipoog zit in al onze reclamecampagnes. De laatste met HughHefner van Playboy bevat die knipoog ook. En hij doet het goed. Kijk, Hefner is voor veel mannen het symbool van iemand die het gemaakt heeft. Mooie vrouwen, veel geld, succes. Wij vinden het dan leuk om in een reclame daarop een ander perspectief te geven. Dat trekt de aandacht. Anders denken, origineel
denken, daar gaat het om.’

‘En risico’s nemen.’ vult Frank aan ‘Je moet het niet alleen bedenken, je moet het ook durven doen. Dat heeft Bavaria groot gemaakt, en het is de reden dat we al zeven generaties goed meedoen.’

Bavaria is geen behoudende nostalgische club, maar een dynamisch bedrijf met een jonge uitstraling, ook al vanwege Frank en Peer die zelf nog lang niet toe zijn aan het bejaardenhuis met hun 40 en 36 jaar. Aan verjonging is trouwens veel gedaan tussen 2003 en 2007, maar er is weer een nieuwe garde jonge mensen op komst.

‘Het leuke is’ besluit Peer ‘dat die mensen hier niet komen voor het geld of de status. Die willen echt voor Bavaria werken. Passen bij onze cultuur. En die jongere generatie hebben we ook nodig om bij te kunnen blijven. Zonder jongeren in onze organisatie hadden we nooit de jurkjes van Zuid-Afrika kunnen bedenken’

 

Van interviewer Bert Overbeek (www.pitchersupport.com) kwam onlangs 'Voer voor jongebazen' uit, waarin meer dan 10 interviews met bedrijfstoppers. (Zie www.managementboek.nl en www.bol.com) Overbeek twittert op 'Goeroetweets'.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Jan Stoop
Laat ik eerst beginnen met te zeggen dat Bavaria een schitterend bedrijf is. Frank, Peer en alle medewerkers mogen trots zijn op wat ze doen. Een voorbeeld bedrijf op een aantal gebieden voor vele andere bedrijven. Dit over de organisatie Bavaria.
Nu iets over het artikel en met namen wat Frank aangeeft: We zijn socialer geworden en dat uiten we op social media. Verder heeft hij het over beter worden in communiceren door het gebruik van de computer. Helaas slaat Frank hier toch de plank mis. is het niet zo dat we juist a-socialer zijn geworden door het gebruiken van o.a. Twitter (of andere sociale media)? Hebben we het lef niet meer om rechtsreeks (face to face) te zeggen wat we van elkaar vinden? Wat zijn nu een aantal merkbare trends: in het algemeen communiceert de jeugd niet meer rechtsreeks, leven zich onvoldoende in de ander en gaan mee in de vluchtigheid van het bestaan.
Verder geeft Frank aan dat er meer tijd is voor de kinderen. Vreemd omdat men nu veel gebruik maakt van kinderopvang en kinderen los worden gelaten (men dumpt ze bij een sportclub en ouders blijven al niet meer kijken) en ontsporen omdat beide ouders willen werken. En dat was in het verleden toch echt anders.
Het probleem wat we nu samen creeren binnen de jeugd (onvoldoende communiceren, inleven in de ander, samenwerken etc) zullen we over 20 jaar gaan merken als zij de nieuwe managers/jonge bazen zijn binnen het bedrijfsleven. En wat is er dan nodig: veel begeleiding! Dus het is zaak om het nu het de juiste en gepaste aandacht te geven. Door te zeggen in een interview dat het goed zit met de jeugd gaat niet op.
Gelukkig heeft Frank (en zijn familie) meer verstand van bierbrouwen.
Jan Stoop, De COREPORATION
Diederik Steeman
Lid sinds 2019
Geachte heer Stoop,

Dank voor uw reactie op het artikel. Leuk om te horen dat dit een thema is dat u aanspreekt. Ik zie ook veel aanknopingspunten in uw reactie, maar sommige onderwerpen kun je ook van een andere kant bekijken. Soms is dit de wereld op zijn kop en ontstaat er een goede discussie.

Natuurlijk communiceren kinderen en volwassenen nog steeds met elkaar zonder social media en dat blijft gelukkig ook het allermooiste, daarover absoluut geen twijfel, heel belangrijk dus. Maar social media is er juist bij gekomen en de mogelijkheid om met elkaar te communiceren zonder elkaar feitelijk te zien is vergroot.
Ook zie ik veel creativiteit in het communiceren met elkaar op deze platforms, mensen zijn daarin gelukkig nog steeds uniek. Vanzelfsprekend zie ik ook misbruik van social media, mensen die te pas en te onpas niet nuttige zaken op Twitter of Facebook gooien, dat is verschikkelijk. Zelf verbreek ik dan het contact of volg ik deze personen niet meer.

Maar daarnaast zie ik vooral heel veel creatieve ideeën. Mensen stellen vragen en deze vragen worden dan weer door anderen beantwoord, of er ontstaat discussie over een onderwerp, zoals nu. Stel een vraag op Twitter over een onderwerp waar je iets van wilt weten en je krijgt vaak hele "out of the box" antwoorden, zeker niet altijd bruikbaar maar het gaat erom zelf het kaf van het koren te scheiden. Dus niet de hoeveelheid aan informatie op social media is belangrijk maar de juiste selectie daarvan.
De moeite nemen om een vraag van een ander te beantwoorden via social media zie ik als iets heel positiefs en kan ook als sociaal gezien worden. Zo is het toch ook in het echte leven? We luisteren toch ook het liefst naar mensen die voor jou iets relevants te vertellen hebben, zo werkt het volgens mij ook op de digitale snelweg.

Het onderwerp van de kinderen en de computer zie ik op een andere manier. Dat gaat volgens mij over het lerende vermogen van kinderen. Ze zitten veel en vaak achter de computer (zelf heb ik kinderen en kan ik me er ook aan storen hoor!). Kinderen doen dat vaak samen met andere kinderen en daarbij leren ze van elkaar en ook weer van wat ze van andere kinderen hebben geleerd. Ik zie hier een ingewikkeld netwerk van communicatie tussen kinderen en daardoor leren kinderen heel snel en via via heel veel. Ook de communicatie tijdens dit samen spelen is m.i. heel sociaal, kinderen willen elkaar wel degelijk wat leren en de computer is daarbij een mooi intermediair of hulpmiddel.

Het thema van de tijd investeren in kinderen. Vroeger (en dan bedoel ik jaren 60/70/80) werkten vooral de mannen in het gezin en bleef er weinig tijd voor de man om met de kinderen door te brengen. Dat is veranderd, vrouwen zijn meer (full-time maar ook part-time) gaan werken en mannen passen zich daarop aan. Een vierdaagse werkweek voor mannen is nu heel gewoon, een "papadag" in de jaren 70 was toch ondenkbaar??

Zelf ben ik vader van drie kinderen en zie ik nog steeds veel ouders bij sporten (veel vrijwilligers die iedere zaterdag de sportclubs draaiende houden), vaders met kids in de supermarkt, vaders/moeders met kids op de fiets naar school en ga zo maar door. Het gaat dus om de tijd en de kwaliteit die we met de kinderen besteden en die is nu meer uitgebalanceerd tussen de moeder en de vader. Dat vind ik een hele goede ontwikkeling. Dus wellicht moeten we hier ook kijken naar de kwaliteit (papa en mama) en minder naar de kwantiteit?


Met vriendelijke groeten,

Frank Swinkels
Joke
Mijn opa was jan Swinkels dat was een kleermaker was getrouwd met Gerdina Elbers