Ons brein is ongelooflijk sexy!

Het brein is ongelooflijk sexy. Iedereen houdt zich er mee bezig. Ook in de managementwereld. Maar zien we het al terug in het trainingsaanbod van trainings- en managementbureaus? Ik durf te beweren dat de Nederlandse bedrijfstraining op een hoog niveau staat. We kijken hier altijd een beetje op tegen Amerikaanse methodes, waar we ook kwistig gebruik van maken, maar Nederlandse trainers zijn meestal integere professionals, die het echt niet verliezen van hun Amerikaanse tegenvoeters. Ondanks de kwaliteit die we hier bieden, kan je vaststellen dat trainingen erg op elkaar zijn gaan lijken de laatste jaren.

Een model (al dan niet zo genoemd), praktijkcases bespreken, oefening in rollenspel, verdieping door reflectie met elkaar en vooral veel creatieve en interactieve werkvormen. Hoewel organisaties doen alsof ze een nieuw model gebruiken, zie je vaak oude wijn in nieuwe zakken. Niets mis mee, maar we moeten er wel over na durven denken.

In trainingen wordt veel geroepen, wat wel enigszins klopt maar nooit helemaal precies. Zo roepen mensen dat non verbaal gedrag 70% beslaat van de communicatie. Nee hoor, zegt een ander, het is 93%. Mensen knikken op die momenten, omdat ze herkennen dat nonverbale communicatie bepalend is. Niemand vraagt door. Hoe komt de trainer aan die informatie? Op welk onderzoek baseert hij zich? Het lijkt trainees niet te interesseren.

Is het dan belangrijk? Niet alles hoeft toch wetenschappelijk te worden aangetoond? Onze ervaring leert ons toch ook wat? Dat is zo, maar wat moet je met vage uitspraken die we herkennen, maar waarvan we misschien ook het tegengestelde herkennen.

Neem het placebo effect van therapie en training. Trainers en therapeuten zeggen: de methode werkt. Dat zegt niet zoveel. Volgens Dick Swaab heeft een placebo effect vergelijkbare effecten in ons brein als realistische effecten. Dus voor hetzelfde geld herkennen we de uitspraak dat de methode niet werkt.

Van astrologie weten we dat mensen zich in verschillende sterrenbeelden herkennen. Mensen die er in geloven zeggen dan: ik ben een typische Ram, of een typische Tweeling, maar als je Rammen een beschrijving laat lezen van een Tweeling en zegt dat het de beschrijving van een Ram is, herkennen veel Rammen ze zich ook in die beschrijving. Het gaat er dus om wat je gelooft.

We weten uit een recent onderzoek dat slechts 15% van het succes van therapie en training bepaald wordt door de methode. Veel groter is de bijdrage van de trainer. 30% als je hem leuk vindt, 0% als je hem een irritante vent vindt. En als je een buurvrouw of vriend hebt die het begrijpt, is de kans groter dat de therapie of training slaagt.

Het aanprijzen van een methode of model is onvoldoende. Organisaties willen trainers die bij hun mensen passen, en plannen die bij de praktijk van die mensen passen. Daarbij is het bovendien belangrijk dat een trainer en het management een fundament in de organisatie leggen, waardoor het geleerde ook tot een belangrijk onderdeel wordt van de procesgang.

Dit is allemaal niet nieuw. Wat wel nieuw is, zijn de inzichten die uit de neurowetenschappen komen. En die zagen wel aan de poten van de bestaande methoden, al valt het ook wel weer mee. Wat de neurowetenschappen leren, wordt als revolutionair gepresenteerd. Maar dat zijn dan meestal de persoonlijke opvattingen van een neurowetenschapper.

Als Swaab zegt dat onze persoonlijkheid ongeveer gelijk staat aan ons brein, en dat dat gevormd wordt voor, tijdens en kort na de geboorte, dan beweert hij daarmee dat er weinig meer aan ons gedrag te doen is als we ouder zijn. Als dit zo is, kan je gedragstraining en cognitieve therapie wel opdoeken. Het effect daarvan is dan louter placebo.

Maar er zijn ook weer neurowetenschappers die roepen dat de hersenen plastisch zijn en dat we wel degelijk kunnen veranderen als we ouder worden. Dus de dames en heren neurowetenschappers zijn er nog niet uit. En dat klopt dan weer volgens de neurowetenschapper Goldberg, die heeft vastgesteld dat we cognities in de structuur van de hersenen nog niet hebben gevonden.

Hoe dan ook: we kunnen altijd een poging doen om iets te leren. Of leren op de terreinen kennis, vaardigheden en houding een blijvend veranderend effect hebben op onze persoonlijkheid, weten we simpelweg nog niet. Onze beliefs en ervaringen brengen ons ergens, maar die kunnen beïnvloed zijn door placebo effecten.

Learning by heart is een indringend proces. Eigenlijk gaat leren cognitief. Je doet iets, je raakt bijvoorbeeld een hete pan met je handen aan. Vanaf dat moment zeg je tegen jezelf: dit moet ik niet meer doen. Ik moet geen hete pan aanraken. Dat gaat vrij eenvoudig, omdat je je de pijn herinnert (geprezen zij het geheugen!), en die pijn wil je niet nog een keer. Daarom conditioneer je jezelf zo dat je die ervaring niet herhaalt.

Dit wordt al moeilijker als je ouder en vergeetachtiger wordt. Met zo’n hete pan zal het nog wel gaan, maar regelmatig komen ouderen thuis om vast te stellen dat ze het gas onder een pan hebben laten branden. Dan moeten ze echt een methode vinden die hen beschermt tegen dit soort vergeetachtigheid.

Hoe dan ook: het jezelf iets (cognitief) leren door tegen jezelf te zeggen hoe je iets wilt gaan doen, lukt soms wel en soms niet. Het ene kan je gemakkelijk, het ander zal meer moeite kosten, het derde lukt misschien helemaal niet. En daar helpt geen methode tegen. Hoe zeer wij, de trainers, ook roepen dat het kan en gaat en moet. Je hebt kwaliteiten en beperkingen, en dat maakt het leven leuk en het brein ongelooflijk sexy!

Toch moet je het blijven proberen; naar trainingen blijven gaan. Niet geschoten is altijd mis en je weet vooraf nooit of je iets wel of niet kunt leren. Maar je zult er ook een vervolg aan moeten geven, en bij iets moeilijks is dat hard werken. Dat vereist een bepaalde instelling: een open instelling. De bereidheid om je mogelijkheden en beperkingen te ontdekken.

Voor trainers, therapeuten en coaches is er de tip om je dit soort zaken te realiseren. Laat je goed informeren over het brein, leer goed kijken naar de mogelijkheden van je trainees, zet geen standaard’maaltijd’ voor, maar zorg voor maatwerk per deelnemer. Dat je daarbij een methode gebruikt ligt voor de hand. Als je maar weet dat die methode (hoe uniek ook!) niet meer dan 15% van je succes bepaalt.

En managers, hou er rekening mee dat je niet iedere medewerker op dezelfde manier mee krijgt. Leer leven met de beperkingen van je medewerkers en richt je op hun kwaliteiten. Er valt zeker iets te veranderen in organisaties, ook gedrag en cultuur, maar doe het intelligent en met beleid!

Bert Overbeek (pitchersupport.com) geeft in augustus in Amersfoort en Harderwijk inspirerende workshops over het brein en veranderingsprocessen voor managers, trainers, coaches en consultants, zie: http://www.jongebazen.nl/verandermanagement/workshop-voor-managers-trainers-en-coaches-over-het-brein  Bert twittert op Goeroetweets.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Cees Both
Ik snap de titel niet in relatie met de tekst. Verder herkenbaar verhaal. Ik blijf het vreemd vinden dat we nog steeds dit model aanhouden, met de wetenschap dat de effecten van dit soort trainingen erg laag zijn. Kunnen die wetenschappers geen effectiever model ontwikkelen?
bijv werkplek leren maar die is al zo verschrikkelijk oud en die werkt beter, maar dan hebben de externe bureaus geen vette boterham meer.
Diederik Steeman
Lid sinds 2019
Je raakt aan een interessant thema, Cees. Het bedenken van titels is altijd een lastige zaak. Titels moeten traffic trekken maar ook de inhoud van een artikel dekken. De zin 'Het brein is ongelooflijk sexy' stond letterlijk in het artikel. Het leek mij een goede kop. Je wilt graag dat mensen deze artikelen lezen als redactie.
Toch goed dat je even je onbegrip uit. Daar kan ik wel wat mee. We zullen blijven streven naar eerlijke koppen.
Wim van Dam
Boeiend. Ik denk dat een belangrijke factor het tijdsbestek is waarover geoordeeld wordt. 1 trainer of training laat misschien weinig verandering zien, maar een aantal trainingen over meerdere jaren hebben (en dan is dat dus hopen) wel impact, als ik uitga van mijn eigen ervaring. Gedragsverandering kost tijd; "we are in the slow business". Mijn mening is dat een bedrijf het zich niet kan veroorloven niet op te leiden. Vaardigheidstrainingen, hoewel misschien minder sexy dan persoonlijkheidstrainingen, leveren sneller en controleerbaar resultaat.
Dieuwke Begemann
Helemaal gelijk dat kennis over de hersenen relevant is voor ons vak.

Toen ik me ging verdiepen in waarden (er werd telkens om geroepen) merkte ik dat er in ons vak nauwelijks iets was over hoe waarden eigenlijk tot stand komen.
Daarover veel gevonden in de filosofie (met name THe life of the mind van Hannah Ahrendt)
en veel bevestiging daarvan in hersenonderzoek, bijvoorbeeld Siegel, maar er is veel meer.
In de workshop Waardegedreven Leiderschap besteed ik ook uitgebreid aandacht aan het brein om bestuurders te leren hoe waarden tot stand komen en hoe je er op kunt sturen.

Vriendelijke groeten,

Dieuwke Begemann
Lenie Kelder
Waar ik blij van wordt is dat je schrijft dat er weinig meer aan ons gedrag te doen is. Ik werk als coach heel veel met de astrologie, ik wil niet eens iemand veranderen, ik wil gebruik maken van wat er is en daar coach ik op.
De talenten zijn heel duidelijk te zien in een horoscoop en daar gaan we mee aan de slag. Van binnen weet iedereen het al, het gaat om het zichtbaar maken en naar de oppervlakte brengen. Natuurlijk herkennen we altijd dingen van andere sterrenbeelden. Als jij een Ram bent is het heel goed mogelijk dat de Maan in het teken Tweeling staat, of misschien wel de ascendant. Eigenlijk gebruiken we alle elementen en planeten, alleen bepaalde sterrenbeelden krijgen de nadruk en deze zijn daarom prima inzetbaar om van het zesje een tien te maken. Ik laat de twee voor wat het is en ik zet een focus op wat er wel is.
Wat heb ik toch een prachtige tool in handen met die astrologie, daar word ik weer blij van.
Lenie
Joost Erkelens
Lid sinds 2019
Net zoals het tijd is voor het Nieuwe Werken, wordt het naar mijn mening ook tijd voor het Nieuwe leren. Naast werking van het brein, zijn ook andere elementen belangrijk. De wereld om ons heen veranderd snel. De trend is - ik wil het nu! en op mijn tijd, aansluitend op mijn eigen behoefte en beleving - Ik geloof dat we nog wel graag willen leren en vooruit gaan, maar worden trainingsmomenten vaak ervaren als 'wederom een onwelkome onderbreking van mijn kostbare tijd'. Niet in het minst ontstaan vanuit teleurstelling opgedaan in eerdere trainingen.

Naar mijn idee is het van belang om Leren anders in te gaan richten. De industriële revolutie heeft geleid tot een verandering in de wereld van training. Om te kunnen voldoen aan de eisen van efficiency en effectiviteit is men trainingen gaan organiseren in het leslokaal. Los van de praktijk dus en door de verdere professionalisering steeds verder weg van de werkvloer. Met alle transferproblemen van dien.

Het leren mag meer gericht worden op de groei van individu en organisatie. Leren mag meer gericht worden op integratie van kennis, vaardigheid, performance en strategische resultaten. De vormen hiervoor zijn eindeloos.
Pauline Maring
Inderdaad een interessant artikel! Veranderen in gedrag vergt inderdaad inspanning en tijd. Een enkele training of een enkel coachgesprek is niet voldoende. Coachingtrajecten over een bepaalde periode, bijvoorbeeld een half jaar, met tussen de gesprekken, bewust toepassen van ander gedrag - en dat moet je wel willen en durven, daar is moed voor nodig, want je stapt in het onbekende en je weet nooit wat voor reactie je krijgt!! - kan wel tot ander gedrag leiden.
Caroline Heijmans
Geweldig stuk, Bert. Helemaal mee eens!
Groet,
Caroline
Johnny Tujeehut
Ik vond het een interessant artikel. Meer nog omdat het een aanzet is naar de trainer toe serieuser om te gaan met zijn aanbod. Eigenlijk een oud thema..nl aansluiting zoeken bij de behoefte van de kliënt.
Vanuit de wetenschap weten we nu wel zeker dat de mens uniek is. Dit heeft consequenties.
Realiseren we als trainers genoeg wat dit feit betekent.
Ikzelf heb me verdiept in het concept van een lerende organisatie; Peter Senge en consorten.
Om dit concept toe te kunnen passen binnen een organistie zal de trainer ook zijn eigen leerweg moeten uitstippelen en deel worden van het leerproces waar hij ondersteuning aan verleend.
De inzichten die we verkrijgen bij het lezen van het boek "ons feilbare denken" van de Nobelprijs winner 2011 Daniel Kahneman, leren ons dat ook wij als trainers heel snel terugvallen in onze comfortzone en ons kritische reflectie over wat we doen verwaarlozen; Vindt normaal plaats-is een natuurlijkgegeven.
Je moet er echt energie en aandacht aan besteden wil je continu terugblikken naar wat je aanbiedt.
Toen ik vorig jaar in Nederland een aantal workshops volgde viel het me op dat er een soort verzuiling plaats had genomen en de trainers zich veelal gespecialiseerd hadden op één terrein.
Vanuit mijn Andragogische studie heb ik geleerd het gehele platform van de wetenschap in ogen te houden en mij te concentreren op mijn studie object; de mens.

Gedrag ontwikkeld zich en wordt door de deelnemer geïntegreerd in hun handelingspatroon indien hij/zij er baat bij heeft; het gaat om effectiviteit en welzijn. Klinkt een beetje simplistisch , maar als je daarover doordenkt betekent dat voor jou als trainer dat jij toch heel scherp zal moeten blijven nadenken over wat je aan het doen bent.

Voor mij betekende dit dat ik na elke training na ging denken over wat er plaats heeft gehad en of er een beweging is ontstaan binnen de groep of persoon.
Je komt er niet onderuit dat je over je eigen "denken" gaat schrijven en reflecteren en op zoek gaat naar drogredenen en biases in jou eigen vooronderstellingen.
In het begin kostte het veel energie, maar naargelang je dit gedrag consistent toepast ontdekt je dat het een soort "tweede natuur" wordt.
Moet ik wel erbij zeggen dat ik van nature (motivatie-profiel) erg nieuwsgierig ben en geniet van het "willen weten".
Elke trainer zou eigenlijk heel goed moeten weten , hoe hij zelf in elkaar zit en welke motivaties zijn gedrag funderen.
Professor Reisse, heeft via empirisch onderzoek een aardig diagnostisch model voor ontwikkeld.
Wisten jullie trouwens dat iedereen 16 motieven heeft en dat de verschillen in persoonlijkheid gekenmerkt worden door de intensiteit bij elk motief per persoon.
Neem voor meer informatie contact op met REISSE BV, het nederlandse netwerk.