Willen mensen niet veranderen? Of kunnen ze het niet?

Het idee dat iedereen alles kan leren is niet langer houdbaar.  We worden geboren met een genetische erfenis. Daarbij bepaalt het klimaat in de baarmoeder hoe de dingen bij ons zich voor de rest van ons leven ontwikkelen. Dingen gaan daar al vast liggen. Kwaliteiten en beperkingen.  De eerste jaren na onze geboorte ontwikkelt zich dat verder, en tegen de tijd dat cultuurinvloeden zich laten gelden, zijn we allang geen onbeschreven blad meer.

Onze religie en levensopvattingen vormen zich in het milieu waarin we opgroeien. Ook de manier van eten en andere patronen van het alledaagse leven leren we daar. Zowel deze ‘aangeleerde’ als de ‘aangeboren’ eigenschappen van onze persoonlijkheid bepalen wat we wel en wat we niet kunnen leren.

Ook onze snelheid van leren is bepaald door dit soort factoren.  Kan een verkoper boekhouder worden? Kan een techneut succesvol worden in de sales? Het zou kunnen, maar je moet er niet a priori van uitgaan. Het moet per persoon bekeken worden. Als iets er niet in zit, dan is het misschien aan te leren, maar het is natuurlijk van belang om te weten hoe snel dat kan. En te beseffen dat het soms niet kan.

Bij veranderingen in organisaties is dit te weinig gedaan. ‘Iedereen moet mee’ heet het vaak ‘en als je niet mee wilt, dan moet je iets anders zoeken.’ Vaak wordt daarbij gesteld dat kunnen willen is. Waar een wil is, is een weg. Als iemand het dan niet kan, dan is de conclusie dat hij niet wil en volgt er ‘een ander gesprek’.

Het recente neurowetenschappelijk onderzoek laat zien, dat willen echter ook een kwestie van kunnen is. Beperkingen staan dan de acceptatie van iets in de weg. Of vertragen een verandering enorm. Mensen willen misschien best veranderen, maar kunnen dat wat gevraagd wordt niet aanleren. Anderen kunnen het wel aanleren maar doen er lang over.

Je kunt medewerkers bij een verandering niet standaardiseren, en dat gebeurt wel. Je kunt wel hetzelfde vragen, maar zal merken dat de praktijk door de mogelijkheden en beperkingen van mensen weerbarstig is. Natuurlijk zullen mensen hun weerstand en onvermogen verbergen. Geven ze die dingen toe, dan liggen ze er misschien wel uit. En ze hebben meestal wel een hypotheek te betalen.

Een andere aspect dat bij acceptatie van veranderingen een rol speelt hangt samen met groepsgedrag. Veel sterker dan we ons realiseren is de context waarin we functioneren bepalend voor ons gedrag. Die worden bij werving en selectie meestal niet gemeten, maar blijken zo krachtig en dwingend in veel gevallen, dat ze niet meer genegeerd kunnen worden.

Als 5% naar links gaat, volgt 95%! We zijn groepsdieren, en sterk verwant aan zoogdieren die meestal een kudde-instinct hebben. Onder die 5% bevinden zich onze informele leiders, niet te verwarren met formele leiders. We zijn waarschijnlijk meer geneigd om iets van informele leiders te accepteren, dan van formele leiders, al zullen we ook weer gevoelig zijn voor macht. We worden voorzichtiger wanneer mensen machtsmiddelen tegen ons kunnen inzetten.

Dit betekent veel voor teams in de organisatie. Als het management, de formele leiders, een verandering inzetten die niet geaccepteerd wordt door de informele leiders, is de kans groot dat de verandering in hun context niet slaagt. Positief ingestelde individuen hebben het dan buitengewoon moeilijk.

Het kan ook gebeuren dat het management besluit teams uit elkaar te halen. Daarop kan een krachtige reactie komen, en soms blijft het ‘informele team’ bestaan en doorfunctioneren buiten het gezichtsveld van het management. Op internet of tijdens etentjes worden dan strategieën ontwikkeld om een verandering tegen te gaan. Protest tegen het formele leiderschap krijgt dan informeel gestalte, en daar kan je goed last van hebben!

Deze dingen zijn biologisch en zitten diep in onze genen. Het is moeilijk om ons ertegen te verzetten, zoals het moeilijk is om ons te verzetten tegen verliefdheid of lichamelijke aantrekkingskracht. De dingen ‘liggen vast’ en hebben zich in miljoenen jaren ontwikkeld. Daar ben je niet zomaar vanaf met een veranderingetje van een paar maanden of jaar.

Wie weet dat mensen zich niet maar zo laten veranderen, en dat teams erg sterk kunnen volharden in hun informele patronen, gaat anders leiding geven. Het antwoord ligt in verbinding maken met je mensen, in coalitievorming tussen formeel en informeel leiderschap en in geduld. Wat zei Peter Senge ook al weer? ‘Echte leiders zijn niet zozeer mensen die alles oplossen. Ze zijn juist goed in het omgaan met onoplosbare problemen.’

Bert Overbeek twittert op Goeroetweets. Hij geeft in company workshops over verandermanagement en het brein. (pitchersupport.com) 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Hans Streng
Bert, hiermee raak je een "gevoelig"punt.

Mijn ervaring is dat de tijdgeest aan het kantelen is en dat we het tijdperk van "Yes I can""en "Fake it until you make it" aan het verlaten zijn.
Een aantal jaren geleden zou je nog voor "softie"zijn uitgemaakt n.a.v. bovenstaande colomn, maar nu getuigt het van voeling met de praktijk.

Ik kom ze op managementtraining en bij coaching vaak tegen: mensen die de schijn ophouden en "ja"moeten zeggen tegen een beoogde verandering uit lijfsbehoud.

Uiteraard is het ook waar dat er altijd mensen blijven die in hun comfortzone willen doorsudderen en voor hen is wakkerschudden en "gedwongen"worden vaak verfrissend.

Managers die een antenne ontwikkelen voor de factoiren achter (on)zichtbare weerstand horen bij de succesvolle managers van dit decennium.

Een prachtige manier om het heersende krachtenveld in teams, afdelingen en organisaties in een paar uur in kaart te brengen is het instrument "Organisatie-opstellingen. Na zo'n sessie heb je nieuwe inzichten in wat er speelt en ook een paar oplossingssuggesties.
Met vriendelijke groet,
Hans Streng
Greet Pipijn
volgens onze ervaring is alles maakbaar : ook vaardigheden, ook veranderingen
niet iedereen bereikt hetzelfde niveau, maar iedereen kan bijleren
alleen hebben nog niet alle organisaties begrepen dat de METHODE voor aanleren van soft skills, waaronder leiderschap, belangrijk is : open-hart-chirurgie met mes en vork gaat niet !

Training en opleiding werkt niet voor soft skills, vandaar de moedeloosheid van veel mensen die veel opleiding volgen en toch niet tevreden zijn van resultaten !

volgens onze ervaring werkt alleen groepcoaching, commitment-learning en dit gespreid in de tijd

Greet ings !
Gideon de Haan
Prima stuk Bert,
Het is precies de reden geweest voor mij om naast dertigers met leiderschapsvragen me ook te gaan toeleggen op praten met Pubers en adolescenten. Er is meer te vormen bij pubers en ze kunnen met dat nog niet voltooide brein nog leren adapteren op eigenschappen en gedrag die de werkelijkheid van ze zal vragen en soms zelfs eisen.
Als je te lang wacht is er steeds minder vormbaar. Je kunt door goed onderzoek bij pubers wel zorgen dat ze in omgevingen komen te werken die stimulerend zijn voor de vaardigheden die ze willen leren en die rekening houdt met de beperkingen die ze soms ook hebben.
Lijkt me leuk om eens over verder te praten.
Met vriendelijke groet,
Gideon de Haan.
Leon Dohmen
Dag Bert,

Ik denk dat je veel te veel een zwart-benadering hanteert. 100% willen en 100% kunnen komt in de praktijk (van veranderen) niet voor. Ook het bewust tegengaan van verandering wordt volgens mij sterk overdreven. Ik ben dat in mijn meer dan 25 jaren praktijkervaring nog niet (veel) tegengekomen.

Inmiddels doen we met hulp van de nodige universiteiten en business school sinds 1999 onderzoek naar het fenomeen organisatieverandering en de rol van IT hierbij. Hierbij valt op dat naarmate er meer sprake is van een gezamenlijk doel, passende veranderaanpak en goede samenwerking dit een positieve invloed heeft op het resultaat. Slide 4 van de met de link bijgesloten presentatie laat dit mooi zien. De figuur laat ook de invloed zien van willen (attitude) en kunnen (competencies) op het resultaat.

http://www.slideshare.net/ldohmen/kampioen-organisatieverandering-main-figure-20110501

Vriendelijke groet,
Leon
Frank Slagter
Organisatieverandering, een must of een hobby?
Er zijn vele, vele boeken en artikelen geschreven en vele, vele onderzoeken gedaan naar (mogelijk- en onmogelijkheden) van organisatieverandering. Zo ook mijn reactie hier, is slechts een momentopname en slechts een(1) mening.
Het is toch weer boeiend om te lezen vanuit welke percepties, belangen en posities men kijkt naar organisatieverandering. @Bert Overbeek: "Het antwoord ligt in verbinding maken met je mensen, in coalitievorming tussen formeel en informeel leiderschap en in geduld." Vanuit mijn eigen perceptie en positie ben ik het hier helemaal mee eens. De vraag hierbij is of deze visie is voorbehouden aan leidinggevenden en directie. Nog specifieker: wanneer je het middenkader niet mee hebt en het middenkader niet in staat is dezelfde visie uit te dragen aan de uitvoerende medewerkers, dan kun je het als directie wel schudden en kun je alleen machtsmiddelen gebruiken.
Een ander aspect dat m.i. invloed heeft op een succesvolle organisatieverandering is goed inzicht krijgen in de (historiek) van de cultuur van een organisatie. Ik vind en merk dat je al kunt voorspellen of een organisatieverandeirng succesvol wordt, zeer stroef verloopt of kansloos ten onder gaat, door in kaart te brengen wie de sleutelposities innemen en of er hierin in de tijd veranderingen hebben plaatsgevonden. Zie ook @Hans Streng: "Organisatieopstellingen", maar dan in een uitgebreide vorm (vanuit diverse posities bekeken: strategisch, tactisch, operationeel) en in tijd uitgezet.
Een succesvolle organisatieverandering gaat altijd gepaard met pijn en loslaten. De mate van acceptatie en medewerking aan verandering is het resultaat van de relatie die je in de afgelopen jaren hebt opgebouwd met je medewerkers.
Het moeilijke aan een proces van organisatieverandering is, dat de opdrachtgever meestal ook de directie is. Als (extern) organisatiedeskundige moet je dan wel in staat zijn je rug recht te houden.
That’s the question.
jan van egmond
Lid sinds 2019
Hoi Bert,

Ik kan me wel vinden in het feit, dat niet iedereen alles kan leren. Vanuit mijn ervaring als pastoraal werker, dat is natuurlijk een andere setting in het kader van leren als een bedrijf. Maar door te werken met groepen ben ik wel wat wijzer geworden in het leervermogen van mensen.
De kracht van het leren ben ik vooral gaan zien in het samen leren. Laat ieder op zich kijken naar z'n kwaliteiten, z'n gaven en de waardevolheid van z'n inbreng. Dat geeft een basis om je waardevol te weten. Jij doet er ook toe en samen leren we verder. Maar soms breekt het stuk op te weinig zicht op jezelf. Je wil blijven die je bent en dat kan nooit in een leerproces. Of je toont je niet kwetsbaar etc.
Dat ook niet iedereen alles kan leren is ook logisch omdat er verschillende gaven zijn. Daarop te letten geeft elk talent een kans op op z'n juiste plek te leren. Daarvoor open te staan en de selectie op los te laten behoed voor overdreven verwachtingen, die eerder de moedeloosheid in de hand werken dan daadkracht en inspiratie voor het welzijn van het bedrijf. Ik hoor veel over presteren, maar weinig over innerlijke draagkracht voor de motivatie samen verder te komen. Daar leert niemand wat van.
Niels van der Stappen
Lid sinds 2020
Ik geloof in ieders goede bedoelingen, maar ik wil toch delen, dat ik het gevoel krijg dat hier meer over anderen (medewerkers) wordt gesproken dan mét. Ik denk, dat heel veel mensen wel willen veranderen, als ze het gevoel hebben, dat het een verbetering is. Dat wordt vaak niet overtuigend duidelijk gemaakt. Daarnaast denk ik, dat als je een plotse en vergaande verandering moet doorvoeren, dat je dan vanuit het management iets fout hebt gedaan, b.v. verkeerde praktijken te lang hebt laten bestaan. Dus dan moet een werknemer feitelijk boeten voor fouten hoger in de organisatie gemaakt. Dat maakt nou niet echt enthousiast!
Noud van Ham
Beste Bert,
Je collum nodigt ook mij uit om te reageren omdat ik uit een aantal "brein" boekjes, de plasticiteit van hersenen hebt begrepen. Het duidelijks antwoord op de maakbaarheid van hersenen komt voor mij uit Brein@Work, pag 65 e.v.
Daar vanuit gaande denk ik dat veel veranderaars niet genegen zijn om twee belangrijke aspecten mee te nemen en dat zijn visie en tijd.
Met name veranderingen in de attitude van medewerkers vragen aan de ene kant een duidelijke goed onderbouwde visie die we voor een langere tijd vast kunnen houden en anderzijds de tijd om medewerkers de gelegenheid te geven en de verschillende werkvormen in te brengen waardoor ze de verandering begrijpen en er op hun manier naartoe kunnen groeien.
Probleem lijkt mij dat "veranderaars" ingehuurd worden en in een korte vaak bepaalde periode een andere houding bij een grote groep medewerkers teweeg moet brengen die dan ook nog geborgd zou moeten zijn.
Managers (voor zover dat niet de veranderaars zouden zijn) zijn niet gewend om een verandering 3 tot 5 jaar de tijd te geven en de aandacht voor de opbouw en verschillende werkvormen in te brengen. Vaak zijn ook die voor de 5 jaar voorbij zijn weer op een andere plek.
Misschien is dit ook wel de reden waarom de faalfactor op projecten 70% is?
Diederik Steeman
Lid sinds 2019
Ik ben het erg met je eens, Noud.