Verkeerde medicatie: manager in de war (echt gebeurd)

P1020508Het was achteraf, op de keper beschouwd, god-betere-het, de leukste tijd van zijn leven geweest. ‘We hebben allemaal onze gebreken’, zei hij, ‘maar die van mij zijn altijd zo buitenproportioneel. Eigenlijk ben ik een grijze mus. Dat zeggen ze ook over me, dat ik een grijze mus ben. Er is gewoonlijk niets opwindends aan me.’ Het woord gewoonlijk beloofde meer. Hij schikte zijn paarsgestreepte stropdas, die zich alleen qua kleur onderscheidde van de in het zakenleven gangbare dassen. En zijn pak was volstrekt conformistisch.

‘U moet zich mijn leven voorstellen als de gang der seizoenen. Alles verdwijnt en alles komt terug. En steeds in dezelfde routine, altijd volgt de zomer de lente, de herfst de zomer, de winter de herfst en de lente de winter op. Zo gaat dat in mijn leven. Met mij gebeurt gewoonlijk niets bijzonders. Behalve dan op die zeldzame ogenblikken dat de flow komt.’De mensen konden zich er waarschijnlijk niets bij voorstellen. Zo’n flow was te persoonlijk, dat kon je eigenlijk met niemand bespreken. Eerlijk gezegd was dat wel lastig, vond hij. Het voelde zo geïsoleerd. Wat meer begrip uit zijn omgeving zou hem zeker geholpen hebben. Van al dat uitleggen werd je niet vrolijk. Als je hem zo zag zitten, leek deze magere manager een en al bedachtzaamheid en innerlijke rust. De situatie volledig onder controle. Een aimabele, wat introverte man in een topfunctie, die zijn woorden zorgvuldig koos. Hij verzekerde me dat dat ‘toch’ door de medicijnen kwam. Als hij die niet slikte, dan zou ‘het’ elk moment weer kunnen gebeuren. ‘Het’ had hem niet onberoerd gelaten. Hij was er erg van geschrokken. ´Ze hebben me er nog net niet om ontslagen.´ Het was twee maanden geleden gebeurd. Hij was zijn medicijnen vergeten in te nemen. Men had hem in zijn pyjama aangetroffen op een belangrijk kruispunt in het centrum van de kleine stad. Hij stond het verkeer te regelen. De politie had hem ingerekend; hij moest mee naar het bureau. Daar belden ze met zijn vrouw, die de hermandad uitlegde dat ‘het weer helemaal mis’ was met haar echtgenoot. Zijn werkgever, een bank, had haar toevallig net gebeld. Of het wel goed ging met haar Geert. Hij had zijn medewerkers de afgelopen dagen salarisverhogingen van 20% en hoger beloofd, en klanten claimden wielrenfietsen. ‘Bij het afsluiten van doorlopende kredieten krijgt u een gratis wielrenfiets van ons. Met een bijpassend wielrenpak,’ zou hij gezegd hebben.‘Hij heeft het weer’ zei zijn vrouw tegen de agent ‘Geert is namelijk manisch-depressief. Je merkt het nauwelijks aan hem, maar als hij zijn medicatie niet neemt volgens de voorschriften, kan hij veranderen in een heel andere man. Deze keer heeft hij de medicijnen tegen de depressie wel , maar die tegen de manie niet ingenomen.’Het was naar geweest. En, zo hield hij vol, eigenlijk ook weer niet. ‘In zo’n flow denk je dat je de enige bent die de dingen begrijpt. Je vraagt je constant af waarom de mensen om je heen niet ziet wat jij wel ziet.’Toen ze hem thuis brachten, had hij tegen zijn vrouw gezegd: ‘Jij snapt het niet, maar dit zijn afgezanten uit het walhalla. Goede vrienden van Donar en Wodan, zeg maar.’Hij had compassie met haar, omdat ze zo bezorgd keek.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>