Coaching verbeteren met breinkennis

IMG_1095Als mensen moeten veranderen in een organisatie, doen managers vaak een beroep op hun redelijkheid. Ze hopen dan dat ze even zullen nadenken, en de redelijkheid van de verandering zullen begrijpen. Als dat niet zo goed lukt, laten ze ze coachen. En dan komt er een coach die meestal gebruik gemaakt van een cognitieve manier van coachen.

Laten we als voorbeeld de RET (bedacht door Albert Ellis, en in Nederland groot gemaakt door onder andere Theo IJzermans) nemen. Een prima methode. Gedrag is in de optiek van de RET het gevolg van gevoel, en alle gevoel is het gevolg van een gedachte. Stel: je baas zegt dat je afdeling samengaat met een andere. Dan kan de gedachte ontstaan dat je baan op de tocht staat. Ook al is dit niet zo, toch geloof je het.

Deze gedachte bepaalt je gevoel en daardoor je gedrag. Je voelt verzet opkomen, vermoedelijk omdat je je bedreigd voelt. Maar dat gevoel komt voort uit je gedachte. Niet de mededeling van je baas maakt je bezorgd, maar je gedachte over wat je baas zegt. Het probleem is alleen dat die gedachte in tienden van een seconde opkomt. Zo snel, dat je het niet zelf volgt. (Zie mijn boek ‘Het flitsbrein’, waar dit fenomeen uitgebreid wordt beschreven.) De gedachte is onbewust.

Dus, zegt de RET, moet je de gedachte zien te achterhalen. Als je die kunt achterhalen en kunt veranderen, verandert je gevoel en je gedrag vanzelf mee. Dus in dit voorbeekd denk je ‘Mijn baan blijft gewoon bestaan bij een samengaan met een andere afdeling’. Dan verdwijnt het gevoel van bedreiging en tevens je verzet.

Zo moet het gaan, en vaak werkt de RET ook. Maar helaas, niet altijd. Zelfs fervente fans van de RET heb ik in bepaalde omstandigheden hierop moeten betrappen. Het gaat simpelweg niet altijd zo dat je gevoel zich cognitief laat veranderen, door de gedachte te vervangen met een andere. Die andere gedachte is dan volmaakt krachteloos.

Dit is niet gek, en wordt verklaard door een theorie van wetenschapper Elkhonon Goldberg. Goldberg verklaart waarom wij onze wil niet altijd aan onszelf kunnen opleggen. In RET-taal: waarom wij onze gevoel niet altijd met een gedachte kunnen veranderen.

Hiervoor moet je even een onderscheid maken tussen de hersendelen die betrokken zijn bij een gedachte en een gevoel. Een gevoel als angst wordt meestal door de limbische hersendelen veroorzaakt. De gedachte die dit gevoel moet bijsturen wordt geproduceerd door de prefrontale cortex. De prefrontale cortex is de zetel van ons bewustzijn. Als wij onszelf en onze gevoelens en instinkten bewust willen bijsturen, zoals het geval is in de RET, proberen wij met onze prefrontale cortex de rest van ons brein aan te sturen.

Op zichzelf kan de prefrontale cortex dit, omdat ze de dirigent van het hersenorkest is. De andere hersendelen zijn echter koppig; in de evolutie waren ze er eerder dan de prefrontale cortex. Miljoenen jaren lang hebben ze het zonder prefrontale cortex moeten stellen. Je zou kunnen zeggen dat het oude eigenwijze orkestleden zijn, die soms een harde hand nodig hebben van de jonge dirigent. En het lukt gewoon niet altijd.

Wat betekent dit? Dat we de RET en andere middelen om te veranderen maar aan de kant moeten zetten? Nee. De RET is een prima methode en vaak werkt het wel. Je prefrontale cortex is er vaak heel goed toe in staat om gevoelens bij te sturen. Maar soms niet, en dat weet je zelf heel goed.

Mislukt je dieet, krijg je je faalangst niet onder controle, en dergelijke, dan moet je jezelf vooral complimenteren voor het feit dat je het geprobeerd hebt. Lukt het niet om een bepaalde verandering te accepteren, en blijf je je verzetten tegen iets wat op zichzelf niet bedreigend is, dan is je prefrontale cortex op dat moment even de controle kwijt over je limbische systeem. Je komt daar achter door het te proberen.

Dus jezelf een doel stellen kan heel goed. Wanneer het niet lukt, dan moet je het accepteren, want misschien lukt het beter als je er niet voor vecht, of als je het simpelweg accepteert. Het is niet leuk als dingen niet perfect gaan, maar als je het geprobeerd hebt, en het lukt niet, dan is acceptatie een must, want van verkramping gaat niemand beter presteren.

Terug naar het begin. Wat zei ik ook alweer? ‘Als mensen moeten veranderen in een organisatie, doen managers vaak een beroep op hun redelijkheid. Ze hopen dan dat ze even zullen nadenken, en de redelijkheid van de verandering zullen begrijpen. Als dat niet zo goed lukt, laten ze ze coachen. En dan komt er een coach die meestal gebruik gemaakt van een cognitieve manier van coachen.‘

Nu we weten dat die cognitieve manier niet altijd werkt, hoeven we daar ook niet eindeloos mee door te gaan. De coaching kan veel korter duren. En dat bespaart kosten.

 

Onlangs schreef Bert Overbeek het boek ‘Het Flitsbrein’. Het boek stond in de managementboek top 100, waar het enige weken in de top 10 heeft gestaan. Daar is het onder andere ook te bestellen. In november is er een training over de vraag: hoe gebruik je je intuïtie in je werk?  Zie hier: http://www.jongebazen.nl/kennismanagement/hoe-kan-je-brein-je-intuitie-gebruiken-in-je-werk-toffe-workshop

 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Stephen Querido
Zeer herkenbaar, Bert. Technieken gebruiken is prettig, maar als iets niet of niet voldoende / snel genoeg “werkt” (zoals REBT), kan een cliënt (nog los van de coach zelf) extra gedesillusioneerd raken. “Zie je wel, zelfs dit werkt niet bij mij!!!” Van collega Koert Visser leerde ik om juist kleine stappen in de ontwikkeling, of de serieuze pogingen te waarderen. Het is ook geen wiskunde. Enige uitleg over de werking van onze hersenen of de leerprocessen, blijkt ook vaak goed te helpen. Zelfs stoppen met duwen kan een goede keuze zijn. Bert Bacherach schreef in Promises Promises: “Knowing when to leave, may be the smartest thing that anyone can do”. Dit motto heeft mij al vaak een hoop energie bespaard.