Werkschuw tuig?

De aloude roep om controle neemt weer toe onder managers. Ze zijn kennelijk vergeten dat dat tot iets leidt dat ze absoluut niet willen: zodra de kat uit zicht is, bijvoorbeeld om het gevecht aan te gaan met andere katten, oefenen de muizen de Charleston en de Tango. Maar gelukkig is er tegenwoordig de automatisering. En je kan de boel ook nog bewaken met videoapparatuur. Dan leren ze wel af om de boel te saboteren!

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoe kijkt de baas naar zijn mensen? Steeds meer als werkschuw tuig dat maar op één ding uit is: het werk ontlopen om over de arbeidsvoorwaarden te mekkeren . Honderd jaar geleden was dat wantrouwen er bij managers ook vaak. Jan Met De Pet moest gecontroleerd worden en af en toe flink op zijn falie krijgen. Anders ging hij rare dingen doen die niets met werk te maken hadden.  

De vraag is of saboteren eigenlijk wel datgene is wat 'Jan Met De Pet' wil. Onlangs werden er bij een groot magazijn twee slapende medewerkers aangetroffen in een hok, waar normaliter niemand kwam. Het waren echter hun collega’s die hier melding van maakten. Hoezo werkschuw tuig? 

 

Nu is het natuurlijk ook weer niet zo dat Jan Met De Pet een heilige is. Vooral Nederlandse werknemers zijn nogal verwend in de afgelopen decennia. En er zijn talloze voorbeelden te geven van medewerkers, die in werktijd vrienden bellen, kranten lezen, ellenlange gesprekken voeren met collega’s en niet zozeer een baan hebben om hun baas omzet te laten draaien, als wel om een leuk sociaal leven te hebben. Anders raak je maar geïsoleerd. 

 

Ja, en wat ik er dan van vind…? Het mes snijdt aan twee kanten. Werkgevers mogen ophouden zich te gedragen als achterdochtige scherprechters, en werknemers moeten ophouden werkplekken te zien als een gelegenheid voor theekransjes.

 

 

 

 

 

 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Annette
Werkgevers hoeven niet achterdochtig te zijn, dat wil zeggen uitgaan van het slechte in de mens (want dat werkt inderdaad gegarandeerd contraproductief), maar zodra ze de indruk krijgen dat iemand de kantjes ervan afloopt, zouden ze er wel meteen bovenop moeten duiken. Oftewel: in een gesprek onder vier ogen vriendelijk doch zeeeer beslist duidelijk maken dat lijntrekkerij niet wordt getolereerd. Het gevaarlijke aan lijntrekkerij is namelijk dat het zeer demotiverend voor anderen, en daardoor besmettelijk werkt. 'Wat? X. zit de hele dag te chatten, wij mogen de dingen afhandelen die hij laat liggen en de baas zegt er niets van? Dan vind ik dat ik in ieder geval wat toner voor mijn printer thuis verdiend heb.' Zo dus. En daar voelt uiteindelijk niemand zich lekker bij. Vroeg ingrijpen dus en niet bang zijn dat dat ouderwets en/of paternalistisch is!
Annette
mee eens
Patrick Spits
Beste Bert,

Het gaat om betrouwbaar zijn en daardoor vertrouwen krijgen bij de professionals. Ik gebruik bewust de terminologie professionals. Sporters zijn immers ook profs en gedragen zich wel eens, niet allemaal, als amateurs.

Groeten uit Eijsden
Bert Overbeek
Auteur
Maar, Patrick, soms is het vertrouwen door voorgangers zodanig geschaad dat je mensen eerst weer moet terugwinnen. Soms worden sporters dwars gemaakt door hun leiders. Denk nog maar eens aan het conflict tussen Cruijff en Rijkaard in de jaren 80. Rijkaard is een betrokken kerel, maar Johan maakte hem dwars...achteraf een goede ontwikkeling.
Patrick Spits
Klopt en mensen win je treug door betrouwbaar te zijn.

Je kunt je ook afvragen of het van Cruijff vooraf een goede zet is geweest om de passie en vuur bij Rijkaard los te maken! Laat je verrassen door het interview met Rijkaard in het nieuwe boek van Kraijcek! Rijkaard een echte pure leider, die van mensen houdt en daardoor een goede leider is.

Groeten uit Eesjde!