Seks en verliefdheid...en dan de rest!

2015-01-01 11.02.11Verliefdheid staat bekend als het zwoele begin van groot geluk. De wilde periode van onbeperkte seks tot diep in de nacht geeft ons het gevoel dat het leven zin heeft en mooier is dan je ooit had kunnen bedenken. En met een beetje mazzel volgt vervolgens de periode van 'houden van', zo heet het. Dan gaat de liefde je het grote geluk geven waar je al die jaren naar op zoek was.

Heerlijk dus, als die seks en verliefdheid op je pad komen. En kijk er vooral niet van op als dat met een collega gebeurt. NRC Next liet in mei 2013 weten dat 54% van de mensen wel eens seks met een collega had gehad. In september 2014 vertelden de kranten ons verder dat 50% van de Nederlanders vreemd ging. Dat verschil in procenten is wel grappig. In onderstaand artikel kijk ik eens wat dieper naar seks en verliefdheid. En naar onze traditionele relatie ideeen. Want die kunnen ons knap ongelukkig maken. En dat leidt dan weer tot ziekteverzuim. Dus belangrijk om er eens naar te kijken. Hier is het artikel dat ik schreef over het onderwerp.  

'Mij zijn de laatste jaren vaak de ogen geopend door het lezen van boeken, maar nog nooit zo indringend als door de boeken van Jan Geurtz. Voor wie het niet weet, Geurtz is bekend vanwege zijn werk over verslavingen. Zijn ‘methode’ om mensen van het roken af te helpen werkt prima. Maar hij is veel meer dan een anti-rookpaus. Hij reikt een levensstijl aan; een visie op hoe je geestelijk gezond kunt worden. En die visie is buitengewoon verfrissend.

Hij is niet nieuw en dat zal het laatste zijn wat Geurtz zelf zal beweren. Waar komt het op neer? Onze kern is goed. Dat is zijn uitgangspunt. Maar we leren om die kern te wantrouwen. We worden gecorrigeerd en de verborgen boodschap van die correcties is: het is niet goed wat je wilt en je bent niet goed zoals je bent. Dus gaan we gedrag vertonen om aan de verwachtingen te voldoen. En houden we onze prachtige kern onder de duim.

Geurtz noemt dat het negatieve geloof: we maken ons de afwijzingen vanuit onze omgeving eigen en wijzen onszelf ten diepste af. Wat we vervolgens gaan doen is beantwoorden aan normen. We sluiten ons innerlijk gevoel van geluk op in een kooi van normen en waarden die ons van buitenaf worden opgedrongen. Ouders en opvoeders kun je dat niet kwalijk nemen, omdat ze vaak eenzelfde ontwikkeling hebben doorgemaakt, maar Geurtz leert ons in zijn boeken niet verwijtend naar ouders te zijn. Daar zit de sleutel niet.

In de omgang met normen en waarden ontwikkelen we ons ‘imago’. Datgene waarmee we ons in de wereld presenteren. Dat kan het brave jongetje of meisje zijn, dat goed is in het naleven van regels, maar ook de rebel die strijdt tegen dat wat zijn omgeving ‘normaal’ vindt. Je begrijpt dat er evenzoveel imago’s kunnen zijn als dat er mensen zijn. Door dat imago lijkt het soms heel erg goed met ons te gaan, terwijl er op een dieper niveau toch iets wrikt: onze echte kern wijzen we af.

Hoe dat voelt? Dat je blij kunt zijn, maar toch iets voelt knagen. Nooit helemaal vervuld bent. Op een feest rondlopen, populair zijn en toch niet helemaal gelukkig. Gewaardeerd worden maar het niet kunnen ervaren. Omdat je de mens die je bent afwijst. Intussen op onbewust niveau. Want zoals met alle aangeleerde dingen is ook zelfafwijzing dat zich razendsnel inslijpt in het brein. Het legt een eigen netwerk aan. Dat benoemt Geurtz niet, maar dat leert ons de breinwetenschap.

Wat ik een openbaring vond, was Geurtz’ opvatting over de wijze waarop wij met liefde omgaan. Volgens hem is de westerse man-vrouw-relatie gedoemd te mislukken. Hij probeert het hier en daar wat te relativeren, maar hij gelooft er niet in. We gaan simpelweg niet goed met elkaar en met de liefde om. Wat hij signaleert is dat we na een korte periode van verliefdheid en inspiratie elkaar al snel beginnen gerust te stellen met aanpassingen. Dat zit in allerlei gedrag.

Flirten? Als de ander daar moeite mee heeft doen we het niet meer. Langer opblijven dan de ander? We doen het alleen maar als de ander er mee kan leven. Anders passen we ons aan. Een vriendschap met iemand van de andere sekse? Een half jaar op reis? We doen het allemaal niet meer openlijk. En daar ligt de kiem voor act 3 na de verliefdheidsfase en de geruststellingsfase. De soms expliciet, soms impliciet gemaakte afspraken uit de geruststellingsfase keren zich tegen jou en je geliefde: ze gaan beknellend werken.

En dan treedt het verval in. Je wordt ontevreden. Je gaat mokken. Het is niet meer zo leuk. Je mag de ander nog wel, maar de beknellingen van de relatie-afspraken zijn te sterk. Er ontstaan spanningen, en er gebeurt van alles dat je niet bedacht had. Waarvan de akeligste is: verliefdheid op een ander, of seks met een ander. (In september 2014 berichtte de pers dat de helft van de Nederlanders vreemd gaat.)

De crisis die dan ontstaat is volgens Geurtz een geweldige kans om verder te komen met elkaar, maar hij is niet naief. Hij beseft dat de meeste mensen elkaar verlaten in die fase, omdat ‘het niet meer gaat’ of omdat ze de man of vrouw ‘van hun leven’ zijn tegengekomen. En dan begint alles weer van voren af aan. Terwijl het echte probleem, de zelfafwijzing, niet wordt aangepakt. De relatie is niet minder geworden; de aangename lokstoffen van de verliefdheid zijn weg de relatie is niet meer in staat om de zelfafwijzing te onderdrukken.

Relaties zijn te vaak een ‘drug’; een middel om het akelige gevoel van zelfafwijzing te onderdrukken. Net als roken, drugs, gokken of drank. Geurtz blijft op een knappe manier ‘uit het oordeel’: hij veroordeelt niets. Maar hij stelt vast en fileert. En dat doet hij zeer helder. Waarbij hij ook iets biedt. Iets dat verwantschap heeft met mindfullness en boeddhisme. Maar dat moet je maar lezen.

Mij heeft het iets heel erg duidelijk gemaakt: een geliefde is geen bezit. Dat is het eerste. En het tweede: wie werkelijk van de ander houdt, wil dat die persoon gelukkig wordt. Je zou blij moeten zijn als hij of zij gelukkig wordt van iets of iemand. Ook als jij zelf daarmee niet in het middelpunt staat.

De (enigszins boeddhistische) manier van denken van Jan Geurtz raakt echter aan heel wat heilige huisjes van onze tijd. We noemen sommige aardige mensen ‘foute mannen en vrouwen’ omdat ze zich niet aan onze relatieverslaafde opvattingen houden. Ze beginnen zomaar aardig te doen tegen onze partners, en dat terwijl die partners toch duidelijk ‘van ons’ zijn. Daar moeten ze vanaf blijven.

In de opvatting van Jan Geurtz ben je hier dus bezig om je eigen gevoel van afwijzing te onderdrukken. Je denkt ten diepste niet al te positief over jezelf. Die zelfafwijzing projecteer je op je partner, zodra hij blij wordt van een ander mens. ‘Kijk, ze begint te flirten met anderen, ze houdt niet meer van me. En eigenlijk is dat logisch want ik ben ook helemaal niet knap, aantrekkelijk en al die dingen meer.’

Wat die ander doet met het geflirt van anderen, is niet tegen te houden. Niet met jaloezie, niet met geweld. Je kunt het lichaam van de ander gevangen zetten, zijn geest vang je niet. En de prijs van het psychologisch gijzelen van je geliefde is dat die persoon zich niet meer veilig bij je voelt en uiteindelijk bij je weg wil. Of hij of zij gaat is een tweede, maar de liefde slaat om in irritatie en tenslotte zelfs afkeer.

Elkaar eeuwige trouw beloven is een ingewikkelde afspraak, die volgens de laatste cijfers dus tot 50% vreemdgang leidt. Als je de eeuwige trouw niet eist of afspreekt en je kan leren dat je geliefde verliefd kan worden (want neem maar aan dat dat een keer gaat gebeuren), en dit kan zelfs worden besproken, dan heeft je relatie misschien wel een kans om het te redden.

Kern blijft immers: je houdt van die ander, dus wil je dat hij of zij het goed heeft. Je houdt van die ander en niet alleen maar vanwege de liefde die die ander voor jou heeft. Dat zou immers een zeer egocentrische manier van redeneren zijn. Relatiedenken is dus helemaal niet zo ‘liefdevol’. Het is een pakket van veiligheden, verlangens, maar ook van inperkende eisen. En mensen met een vrije geest zullen daar altijd moeite mee hebben.

Dus, zegt Geurtz, ga jezelf accepteren met al je kwaliteiten en beperkingen, maak jezelf minder afhankelijk van het oordeel van de ander door zelfwaardering. En dat lijkt een geweldige basis voor duurzame inzetbaarheid. Want je wilt gezond zijn. En dat word je niet van voortdurend last hebben van andermans oordelen.

Je hebt geen stimulerende middelen of relatie nodig om je goed te voelen. Pas als je dat beseft kan een relatie een verrijking worden. Zolang je het niet beseft blijf je ronddraaien in de cirkel van verliefdheid, vreemdgang, jaloezie, onzekerheid als er niet genoeg geappt wordt door de geliefde, etcetera. En pas op met eeuwige trouw.'

Ik hoor graag hoe jullie dit zien.

Bert Overbeek begeleidt onder meer mensen die worstelen met de combinatie van werk en verliefdheid. Hij maakt daar gebruik van de inzichten van Jan Geurtz, van andere deskundigen en van zijn brede ervaringswereld. .  Boeken Jan Geurtz: ‘Verslaafd aan liefde’, ‘Bevrijd door liefde’, ‘De verslaving voorbij’ en nog een aantal anderen. Te verkrijgen of te bestellen bij de boekhandel.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Karen Walthuis
Beste Bert,
Dank voor je prettige leesbare artikel. Helder zoals je het gedachtegoed van Geurtz kort weergeeft en er je eigen verhaal aan koppelt.
Naast 'Verslaafd aan liefde' van Geurtz heeft ook Esther Perel met 'Erotische intelligentie' mij op dit gebied geïnspireerd. Zij beschrijft de paradoxale krachten in een liefdesrelatie, die elkaar ondermijnen. Denk bijvoorbeeld aan de behoefte aan veiligheid en zekerheid, die ook direct de killer is van de erotische spanning in een relatie. Ze prikkelt je om er eens anders mee om te gaan, ook in haar humorvolle TEDxtalk.
Persoonlijk bevalt het mij goed om in een relatie niet de automatische 'programma's' aan te zetten over trouw, gezamenlijkheid en de verwachting dat de ander jouw behoeften gaat vervullen. De volgende afspraken werken voor mij: (1) alles mag er zijn (2) we vertrouwen erop dat ieder zijn eigen grenzen en behoeften bewaakt (3) we respecteren elkaars fysieke integriteit. De rest is dan een spannend onderzoek en avontuur, dat bij tijd en wijle behoorlijk schuurt, maar dat mij wel steeds meer zelfkennis, innerlijke rust en (zelf)liefde brengt.
Ik schrijf hier ook over in mijn laatste boek 'Hoe word ik echt rijk? - een frisse kijk op ons moderne bestaan', waarin ik tien grote illusies beschrijf en er alternatieven voor aanreik. Een van die illusies is de Geliefde: als jij mijn nou een gelukkig maakte... met als alternatief: Geliefde: onafhankelijke liefde en zelfbevrediging. www.karenwalthuis.nl/hoe-word-ik-echt-rijk/