Mannen en huishouden (5): Stofzuigen!

Mannen en huishouden. Dat hoort zeker op Jonge Bazen thuis. De vrouwenbladen en -studies klagen steen en been over de houding van mannen in het huishouden. Tijd dus voor een serie waarin een man opbiecht hoe hij eigenlijk tegen het huishouden aankijkt. Voel je vooral vrij om te reageren! Want carrieres buiten de deur staan of vallen bij de organisatie van je huishouden. (zie ook www.bertblog.nl) lees verder...  

Stofzuigen heeft wel iets leuks, vind ik. Als je het niet goed doet tenminste. Je schuift zo’n beetje met de stang heen en weer over de vloer, in mijn geval een houten. Dat geeft (mits je i-pod hard aanstaat) een zekere bevrediging. Soms vind ik het zo aangenaam, dat ik in een dromerige staat geraak en een poosje hetzelfde stukje sta te zuigen. 

Het geluid van de stofzuiger vind ik ook wel prettig. De kat niet. Die vlucht snel weg zodra het ding aan gaat. Ik beken ruiterlijk dat ik dat altijd een belangrijk moment van het stofzuigen vind. Katten gaan er van uit dat je hun bediende bent, en vaak is dat ook zo. Je voert ze, doet deuren voor ze open en verschoont hun bak. Op dankbaarheid hoef je niet te rekenen. Ze nemen het als een vanzelfsprekendheid. Alsof zij Heer Bommel zijn en jij diens bediende Joost. 

Met de stofzuiger herstel je het machtsevenwicht. Katten weten weer even dat hun lot volledig in jouw handen is. Dat stemt bescheiden. Ik verbeeld me dat onze kat, die vaak de hiërarchische verhoudingen uit het oog verliest, na het stofzuigen meer kopjes geeft en ik weet dat het komt doordat hij zijn plaats weer begrijpt. 

Echt stofzuigen, goed stofzuigen bedoel ik, kan heel akelig zijn. Een van de dingen waar je dan niet aan ontkomt, is het verplaatsen van meubelstukken. Daarbij kan van alles gebeuren. Op een houten vloer maak je snel krassen. Of je laat een stoel uit je handen vallen, die precies op de wreef van je voet valt. 

Hoekjes zuigen is ook al geen pretje. Als je het goed wilt doen moet je op je knieën, en dat strookt niet erg met de mannelijke hanerigheid. Je moet bovendien bukken. Je ligt erbij alsof je een buiging voor de een of andere majesteitelijke hoogwaardigheidsbekleder aan het maken bent. Een vernederende houding. Nog een voordeel dat de kat niet in de buurt is, want die gaat onherroepelijk vóór je zitten als je in zo’n houding gevouwen ligt. Alsof hij het voorwerp van je aanbidding is. 

Er zijn nog meer ongemakken. Altijd blijft er wel ergens stof achter liggen. Of je gooit eens een vaas om, die om het je naar de zin te maken in duizend stukken breekt. Die kun je maar het beste opzuigen, maar de kans is aanwezig dat dan de stofzuigzak vol is. En als het even kan, voorkom ik het verwisselen van stofzuigzakken. Ik vind het een smerig karwei, en bij mij gaat het ook altijd mis: de helft valt over de vloer, zodat je de boel weer opnieuw kunt gaan opzuigen. 

Niet zo lang geleden zat de slang verstopt, omdat ik bij het opzuigen van vuil een tennisbal meenam. Dat was geen unicum. Ik zuig vaker dingen op die niet moeten worden opgezogen. Niet mijn schuld natuurlijk. Ik leg nooit dingen op de grond zoals munten, videopasjes en bananenschillen. En ook de kinderpantoffel die laatst vast ging zitten, had ik er niet neergezet. 

In dat soort gevallen moet u maar niet langs ons huis lopen. Als u naar binnen zou kijken, zou u denken dat die man daar met die stang omhoog en die wazige blik een onderonsje had met de god der stofzuigers. Ver achter hem, in de tuin, zou u een kat ontwaren, die argwanend naar binnen keek. 

Altijd weer fijn als je gewoon naar je werk mag.   

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>