Hoogbegaafdheid: een persoonlijk relaas...

Op Linkedin zag ik een mooi filmpje van iemand over hoogbegaafdheid. Het idee was dat organisaties te weinig gebruik maken van hoogbegaafden, en dat dat jammer is, omdat ze goed vooruit kunnen denken, snel zijn en dus heel waardevol. Ook meldde ze dat liefst 60% zijn middelbare school niet haalt.

Ik vind het tijd om eens ‘uit de kast’ te komen op dit punt. Bij mij is in 2001 hoogbegaafdheid vastgesteld, en een psychologisch onderzoek uit 2003 liet zien dat ik alle vragen goed had in een IQ-test over rekenen en taal, en HBO-plus scoorde op ruimtelijk inzicht. Ik vertel dit niet om stoer of chique te doen, integendeel: ik heb het er bijna nooit over. Het is namelijk helemaal niet zo leuk om dit te vertellen. Het klinkt namelijk nogal arrogant. Geen leuk unique selling point dus. Terwijl het wel een USP is. Toch had ik een flinke aarzeling voordat ik dit publiceer. Vind het een beetje eng. 

Hoe kwam ik erachter? Een leidinggevende stelde in 1999 vast, dat ik in trainingen en in coachingssessies zoveel rustiger bleek, dan in het dagelijks leven. Ze zei: moet jij niet eens een ADHD-test doen? Ik vond dat een beetje een gekke vraag, maar besloot toch om haar advies op te volgen. En guess what? Inderdaad, ADHD.

Ik was blij met het etiket. Ik keek terug op mijn leven en begreep ineens heel veel gedrag van mezelf. Twee jaar later zat ik bij Schouten en Nelissen in de trainersopleiding, en in een van de tien driedaagses werden we begeleid door een trainster/psychiater, die zowel hoogbegaafden als ADHD’ers begeleidde. En na twee dagen zei ze me: jij bent volgens mij geen ADHD’er, maar hoogbegaafd. Ik was boos. ADHD was een handig etiket dat er toe leidde dat mijn omgeving beter begreep waarom ik zo creatief, tactiel en associatief maar ook zo onrustig, zo weinig planmatig en chaotisch kon zijn. Maar ik kon nu zeggen dat ik dat was, en dat scheelde me veel uitleg. Daarvoor moest ik erg vaak aan mijn omgeving uitleggen wat ik deed.

Ik wilde niet hoogbegaafd zijn. Ik ergerde me aan ouders op schoolpleinen, die pochten dat hun kinderen dat waren. Ik vond het een ongemakkelijk etiket. De trainster liet zich echter niet van de wijs brengen, had lak aan een negatieve evaluatie (dat zijn toch vaak goede trainers) en drong aan op haar advies dat ik me moest laten testen. Dat deed ik pas een hele tijd later, en toen bleek dit inderdaad het geval: ik bleek hoogbegaafd.

In 2003 werd ik nog eens getest bij het Psychologisch Adviesbureau waar ik werkte. Daar waren de scores ook weer hoog, tot grote tevredenheid van de twee eigenaren van het bedrijf, waarvan er één lachend riep, dat ze een ‘idiot savant’ in hun organisatie hadden rondlopen. Daar kwam overigens ook naar voren, dat ik 9 scoorde op een schaal van 9 op het onderdeel ‘gevoelsmatigheid’. En ook dat herkende ik.

Verbaasde het me? Niet toen ik erover ging nadenken. Op mijn 9ezat ik met mijn moeder over Freud en Sartre te praten. Ik las veel in de encyclopedie, die voor het internettijdperk een belangrijke bron van informatie was. Op de middelbare school was ik veel bezig met popmuziek, zoals veel leeftijdsgenoten, maar die interesse verbreedde zich al snel naar klassieke muziek, wat maar met een paar leeftijdsgenoten te delen was. Dat vond ik allemaal veel boeiender dan de lessen op school.

Ik las veel, onder meer Russische en Nederlandse literatuur, en over geschiedenis, met name rondom Karl Marx, de Russen en het marxisme. Met mijn vader bekeek ik vanaf jonge leeftijd de politieke programma’s, en in de ochtenduren bespraken we de krant. Op jonge leeftijd begon ik te schrijven, en toen ik in de 3eklas van de middelbare school zat, werden mijn opstellen voorgelezen in de 6e. Nog eens: dit alles vertel ik niet om op te scheppen, of indruk te maken. Het was gewoon mijn werkelijkheid.

Mijn interessewereld was breed en ik onthield gemakkelijk. De basisschool doorliep ik met groot gemak. De Cito- en IQ-test vielen hoog uit, tot verbazing van de meesters en juffen, omdat ik ook een voetballertje was, en meer speelde met de stoere jongens, dan met de andere knappe koppen. De middelbare school ging echter niet goed, omdat ik teveel tijd investeerde in zaken die me wel interesseerde. Later heb ik alsnog VWO-certifcaten gehaald en ik ben te karakteriseren als een life time student; niet omdat dat knap is, maar omdat mijn hersenpan dat prettig vindt.

Ik heb heel wat diploma’s niet. Geen zwemdiploma, geen rijbewijs, geen universitaire graad (zelfs al sta ik trainingen te geven aan academici, en ben ik lid van een raad van toezicht bij een economische studentenvereniging aan de VU). Faalangst? Waarschijnlijk. Ik denk dat ik het meer moeilijk vind om in korte tijd, zoals een examen, snel te laten zien wat ik allemaal geleerd heb. Dat vereist focus, en mijn brein is nog altijd snel afgeleid op die momenten, of denkt teveel door op de opdrachten en vragen die gesteld worden in een examen. Maar ook zintuiglijke afleiding is sterk aanwezig. De geur in een lokaal, het geluid van een airconditioning, of door het licht van de voorjaarszon. Ook ervaar ik de sferen van andere mensen heel sterk, en verplaats me gemakkelijk, wat een voordeel lijkt, maar  niet alleen maar een voordeel is en veel energie vraagt om je eigen wereld af te bakenen.

Waarom vertel ik dit? Enerzijds past het in mijn betrokkenheid bij het onderwerp 'Diversiteit'. En dan kan je iets beschouwelijks schrijven, maar storytelling doet vaak meer. Maar ik vertel het ook om de jonge worstelende hoogbegaafden onder mijn lezers een hart onder de riem te steken. Je kan in deze wereld echt heel goed op je plaats vallen met je bagage. Je kunt vast een aantal dingen niet, en je hebt anderen hartstikke hard nodig, maar je kan ook een aantal dingen wel, en waarschijnlijk vrij goed. Daar hoef je niet vals bescheiden over te zijn.

Ik mocht mijn plaats vinden op het gebied van trainen en coachen, waar ik goed leerde luisteren, en mijn creativiteit altijd heb kunnen inzetten. Ook kon ik mijn ei kwijt in schrijven. Een aantal top 10-boeken waren het gevolg. En daar zit heel wat wetenschap in verwerkt. Autodidact zijn zie je niet weerspiegeld in diploma's, maar is gewoon leuk en interessant voor jezelf. Aan organisaties de taak om eventuele pareltjes op dit gebied eruit te selecteren.

Ik ben intussen altijd blijven lezen en studeren, iets wat ik een periode in mijn leven niet kon (zo rond mijn puberteit). Talloze studies gedaan, tot op de dag van vandaag en de verbinding tussen die studies gezocht. En die kennis ook altijd gedeeld. En geleerd geduld te hebben met mijn omgeving. Wat ook alweer zo arrogant klinkt, maar niet zo bedoeld is.

Ik zou organisaties willen aanraden het potentieel van hun hoogbegaafden goed te begeleiden, want ja, ze zijn wel eens lastig, maar je kan er verrukkelijk veel aan hebben. Ook als ze zonder diploma zijn. Bij mij is het gelukt, bij jou, andere hoogbegaafde en hooggevoelige, gaat het ook lukken. Wees vooral niet bang je zowel rationeel als emotioneel te blijven ontwikkelen. Mij bevalt dat zeer. Ik ben een happy man. Alleen soms een beetje chaotisch. Wat minder goed in administratie. So what?

bert_overbeek@hotmail.com

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Ellen
Wow... het is bijna alsof ik mijn eigen verhaal lees. Ik heb in de afgelopen 6 jaar ook de diagnose ADD en hoogsensitief gekregen en werd onlangs door iemand erop gewezen om eens wat informatie op te zoeken over hoogbegaafd zijn en/of hoogcreatief zijn, dus vandaar dat ik bij jouw artikel terecht kwam.