Is it still the economy, stupid?' (In de politiek vechten bureaucraten met populisten...)

Ruim 16 jaar geleden won Bill Clinton de verkiezingen om het presidentschap van de Verenigde Staten van de zittende president George Bush sr. onder meer door zijn inmiddels beroemde  uitspraak “it’s the economy, stupid”. Clinton wilde met deze frase de focus van de campagne terugbrengen op binnenlandse aangelegenheden, en met name op de slechte economische situatie die onder het bewind van Bush sr. was ontstaan. Belangrijk is echter de vraag of het bij die en andere verkiezingen daadwerkelijk vooral om de economische situatie draait.

In 2002 gebeurde in Nederland namelijk iets geheel anders. Onder het tweede Kabinet-Kok, ook wel bekend als Paars-II, kende de Nederlandse economie hoogtijdagen. De economische groei was ongekend hoog, gecombineerd met de laagste werkloosheid sinds jaren. Toch werd dit kabinet bij de verkiezingen in mei 2002 onder aanvoering van Pim Fortuyn enorm hard afgestraft. Fortuyn stelde in de ‘De Puinhopen van acht jaar Paars’ de misstanden die onder Paars waren ontstaan aan de kaak. Van de een op de andere dag veranderde daarmee de sfeer in Nederland. Waar de Paarse kabinetten eerst alleen maar lof oogstte, deugde het beleid twee maanden later van geen kant meer. In de Verenigde Staten gebeurt op dit moment iets vergelijkbaar, zij het in een omgekeerde versie. Daar waar je op basis van de enorme economische recessie ontstaan onder Bush een afstraffing van de Republikeinen zou verwachten, lijkt McCain een degelijke kans te maken om de volgende president van de VS te worden – ook al lijkt men dat in Nederland te vergeten.

Hieruit blijkt dus dat de economie niet langer het primaat van de politiek heeft, en dat dat is overgenomen door iets anders; de persoonlijkheid van de politiek leider. De Amsterdamse socioloog en publicist Dick Pels schreef in zijn boek ‘De geest van Pim’ over de stijl van Pim Fortuyn als politiek leider. Pels beschrijft hierin de zogenaamde performatieve functie van de uitspraken van Fortuyn. Dit houdt in dat politici in de uitspraken die ze doen, niet zozeer de werkelijkheid objectief weergeven, als wel dat men deze door het doen van die uitspraken zelf voor een deel vormgeeft. Het gaat om een verhaal dat niet alleen de werkelijkheid weergeeft, maar haar tegelijkertijd iets aandoet. Met andere woorden, het feit dat Fortuyn sprak over de ‘Puinhopen van acht jaar Paars’ was niet alleen een weergave van de werkelijkheid – en kwam daar in feite slechts gedeeltelijk mee overeen -, het deed dezelfde werkelijkheid tegelijkertijd iets aan: men ging geloven dat Paars alleen maar ‘puinhopen’ had gebracht.

Het feit dat de personificatie van de politiek het primaat heeft overgenomen, komt het best tot uiting in het fenomeen populisme. Over de vraag wat populisme nou precies is, is in de politicologische literatuur veel discussie: is het een ideologie, een syndroom, een politieke beweging of slechts een politieke stijl? Toch is er een bepaalde vorm van consensus over de kenmerken van populisme. Allereerst is er sprake een neiging naar sterk leiderschap en weinig interne partijdemocratie, gecombineerd met een achterdocht tegen het maken van compromissen en de representatieve politiek. Verder maken ze gebruik van een retoriek die inspeelt op de – vermeende – tegenstelling tussen ‘volk’ en ‘elite’ en gaan ze uit van de opvatting dat ‘het volk’ homogeen is en een goed politiek beoordelingsvermogen heeft. Populisten zijn echter duidelijker in hun opvattingen wie niet bij ‘het volk’ hoort dan wie dat wél zijn.Tot slot wordt ze – meestal door de ‘gevestigde’ partijen en politici – verweten dat ze het volk naar de mond praten. Beroemd in dit verband is de uitspraak die de Franse staatsman Ledru-Rollin deed over deze ‘volksmenners’: ‘Daar gaan mijn kiezers. Ik moet erachter komen waar ze naartoe gaan, zodat ik ze kan leiden.Kortom; het verwijt van een gebrek aan enige visie en teveel het volk naar de mond praten. Rita Verdonk is met haar Wikipedia waarop iedereen zijn mening kan geven natuurlijk een voorbeeld bij uitstek.

Dat brengt ons op de vraag hoe de toekomst van het populisme eruit ziet. Veelal wordt het populisme aangeduid als een vluchtig verschijnsel, dat een teken des tijds is en na verloop van die tijd wel weer overgaat. Populisten zetten in deze visie maatschappelijke problemen op de kaart, die vervolgens – al dan niet in gematigde vorm – overgenomen worden door de gevestigde partijen. Op deze manier wordt de kloof tussen burger en politiek waar aanvankelijk sprake van was, gedicht.

Het is echter niet het populisme als fenomeen dat vluchtig is, maar het zijn meer de – vooral rechts – populistische partijen die dat zijn. Dit is met name het geval in Nederland en heeft los van incidenten en toevalligheden ook te maken met de staatsinrichting van Nederland. Het is namelijk in Nederland namelijk niet zo moeilijk om á la Verdonk, zeg, 20 zetels te halen. Een paar goede oneliners en een Wikipedia op internet lijken daarvoor genoeg te zijn. Veel moeilijker is het om, nadat de verkiezingen eenmaal zijn geweest en de zetels behaald zijn, twintig bekwame en betrouwbare mensen te vinden die naar je luisteren en zich naar jouw maatstaven gedragen Omdat dit bijna onmogelijk is, gaan de meeste populistische partijen ten onder aan intern geruzie en onenigheid, met als meest aansprekende voorbeeld de LPF. Hierdoor lijkt het populisme een tijdelijk verschijnsel, maar dat is het geenszins.

Een uitwerking van de gedachte dat het populisme geen vluchtig verschijnsel is, is verwoordt door de Amerikaanse historicus Morton Keller in zijn onlangs verschenen boek America’s Three Regimes, A New Political History. Hierin beschrijft hij drie regimes en hoe in Amerika vanaf 1930 een geleidelijke overgang plaatsvond naar het regime wat nu ook het meest op Nederland van toepassing is, het zogeheten ‘populist-bureaucratic regime’.Hans Wansink, politiek redacteur van de Volkskrant, stelt in een opinieartikel dat het belangrijkste verschil met de voorgaande regimes tweeledig is. Allereerst wordt de rol van het agenderen van maatschappelijke issues overgenomen door actoren buiten de politiek, zoals actiegroepen, denktanks en politieke entrepreneurs. In Nederland wordt deze rol met verve vervuld door politieke entrepreneurs als Fortuyn, Wilders en Verdonk en gepolitiseerde actiegroepen als de Partij voor de Dieren. Zij agenderen namens het volk maatschappelijke vraagstukken en proberen langs die weg op dat specifieke terrein macht te verkrijgen.

Daarnaast neemt de betekenis van de politiek als het middelpunt van het maatschappelijk debat af. Politici zijn niet langer vertegenwoordigers van het volk, maar als bureaucraten onderdeel van een machtig staatsapparaat. De politiek is er dan ook op gericht om alle vraagstukken te depolitiseren, dat wil zeggen; te ontdoen van haar politieke lading, en de volksinvloed te vermijden. Twee aansprekende voorbeelden zijn het onderzoek naar de oorlog in Irak en het tweede referendum over de Europese Grondwet; beiden vonden geen doorgang.

Een en ander leidt er toe dat het politiek niet langer meer bestaat uit representatieve politici die het volk vertegenwoordigen. De politiek is verworden tot een arena waarin bureaucraten aan de ene en populisten aan de andere kant strijden om macht over de publieke zaak. Hierbij draait het al lang niet meer om de inhoud, maar om de vraag wie zijn boodschap het best via de massamedia kan verkopen aan het volk. Dat leidt ertoe dat alle inhoud, en dus ook de economie, ondergeschikt is geraakt aan de persoonlijkheid van de leiders. Het ironische is dat Clinton daar 16 jaar geleden zelf mee speelde; door zijn concurrent Bush sr. af te zetten als een dwaas die geen aandacht aan de economie besteedde, gaf hij misschien niet eens zozeer de werkelijkheid weer, maar hij deed haar wel degelijk wat aan; inderdaad, de performatieve functie. En daar was Clinton zich terdege bewust van.

Wouter Kokx is tweedejaars student Politicologie en Economie aan de VU.  Afgelopen jaar schreef hij met 5 medestudenten een paper over de oorzaken voor de toenemende electorale steun aan populistische partijen.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>