Medewerker moppert over ‘chefjes’

Een medewerker is ontevreden. ‘Ik ben blij dat je eens wat vraagt. Ze vragen je namelijk nooit wat hier. En als ze het doen luisteren ze niet naar je antwoord. Ze doen er ook niets mee. De besluiten staan vaak vast. Zij worden natuurlijk ook maar gestuurd. Ze krijgen een target van hun baas, en die moeten ze dan halen. Dan heeft die baas het verder nergens meer over. Eigenlijk behalen wij de target. Wij doen het werk; zij schrijven en praten er over.' Wat vinden jullie ervan?  

Een medewerker is ontevreden. Luister maar.
‘Ik ben blij dat je eens wat vraagt. Ze vragen je namelijk nooit wat hier. En als ze het doen luisteren ze niet naar je antwoord. Ze doen er ook niets mee. De besluiten staan vaak vast. Zij worden natuurlijk ook maar gestuurd. Ze krijgen een target van hun baas, en die moeten ze dan halen. Dan heeft die baas het verder nergens meer over.
Eigenlijk behalen wij de target. Wij doen het werk; zij schrijven en praten er over. Onder elkaar maken we daarover grappen, maar het is eigenlijk verdrietig. We hebben namelijk niet zoveel aan ze. De meesten van ons werken hier zo’n 15-20 jaar. We kennen elkaar door en door. Die chefjes wisselen elkaar af. Vroeger hadden we Thijs. Die kende het werk en interesseerde zich voor zijn mensen. We zagen hem elke dag. Tien jaar geleden ging hij met pensioen. We hebben het nog vaak over hem.
Nu komt er zo’n jonge acadeem. We doen weddenschappen met elkaar hoe lang hij het zal volhouden. Eén jaar, twee jaar? En dan weer verder. Dat past in zijn carriérepad. Je kunt er geweldig de slappe lach van krijgen als zo iemand dan weer net gaat doen alsof het wiel opnieuw moet worden uitgevonden. Uit beleefdheid luisteren we dan, maar na zo’n toespraak gaan we maar weer gewoon aan het werk.
Ze hebben het al 20 jaar over veranderingen, maar er verandert in feite niets. Ja, iets meer automatisering, maar we doen nog steeds hetzelfde werk. Wat eigenlijk nog het meest verandert, is zijzelf. Je ziet steeds een ander gezicht. Je wordt natuurlijk ook wel eens moe van al die frisse gedrevenheid. Maar daar hebben we het met elkaar over bij de borrel, niet openlijk in het bedrijf, want ze gebruiken het toch tegen je. Dan heet je negatief.
Tegenwoordig heet je al snel negatief. Als je een kritische kanttekening plaatst, dan gaat de wenkbrauw al achterdochtig omhoog. Het enige dat ze daarmee bereiken, is dat we onze mond houden. Soms proberen ze vriendjes te maken met bepaalde mensen op de werkvloer. Meestal hebben ze dan iets van je nodig.
Echt slecht vind ik het, dat mensen die de kantjes ervan aflopen niet worden aangepakt. Goed gedrag wordt niet beloond, slecht gedrag wordt niet bestraft. Vaak worden dingen gedicteerd van bovenaf. We motten het maar gewoon doen en niet zeuren. Maar omdat ze zo weinig weten van de werkvloer, komen ze soms gewoon met domme voorstellen. Die kloppen dan bedrijfseconomisch wel, maar zijn totaal niet uitvoerbaar in de praktijk. Eén van ons schreef daar onlangs een brief over naar de directie. Die kwam terug via de chef. Er zat een terechtwijzing bij van die chef. Op de inhoud van de brief werd verder niet ingegaan.
Overigens was die schriftelijk vastgelegde terechtwijzing juridisch een lachertje. Eén van ons is getrouwd met een advocate. Die heeft de brief bekeken. Nou, daar red je het niet mee bij de rechter, hoor. Haha, dat kunnen ze echt niet, een brief schrijven die juridisch waterdicht is.
Ik klink een beetje cynisch, ik weet het, maar ik ben niet echt negatief. Ik doe mijn werk graag en geef mijn leidinggevenden altijd een eerlijke kans. Als je geen respect voor elkaar hebt, dan blijf je nergens. Dat respect zie ik aan de andere kant overigens te weinig. We zijn een schroef in hun machine. Klaar.
Sociaal gevoel is ook ver te zoeken. Laatst had een vrouwelijke collega voor de tweede keer borstkanker. Haar borst werd geamputeerd. Belde na drie dagen de leidinggevende om te vragen wanneer ze terug kwam. Zonder een vraag te stellen over de operatie. Hij bood zijn excuses aan. Ik wist niet wat je had, zei hij. Dat is pas erg.’

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Michel
Hai Bert,

Zonder echt concreet te worden; het lijkt wel een verhaal vanuit een afdeling waar ik zelf enkele jaren heb gelopen als leidinggevende. Een komen en gaan van jonge ambitieuse mensen met "briljante" ideeen. Ik was er ook zo een.....
Wij (jonge bazen) zijn gedreven en willen verder. Daar is niets mis mee, maar op dit soort afdelingen heb je het dan wel erg zwaar en de afdeling met jou.
Mensen op zo'n afdeling hebben een overlevingscultuur ontworpen "ooh, deze manager overleven we ook wel weer"'. Gevolg: weinig beweging.
Ik heb geleerd dat het voortal een kwestie van Consistent, Consequent, Confronterend en Controlerendheid is die helpen om, op basis van een GEZAMENLIJK ontworpen structuur te bouwen aan een andere toekomst. Een stevig voorbeeld zetten (in mijn geval een vervelende rechtszaak) met een signaal dat het niet alleen bij woorden blijft, is van groot belang (evenals heldere afspraken met je omgeving over planning (veranderen lukt niet in een jaar) en consequenties (het gaat geld kosten).
Veel geduld........en dat was misschien ook wel het meest lastige te managen.
Leerzame tijden met bij mijn afscheid oprechte emoties van de mensen; een mooier compliment kan je niet krijgen na zo'n proces. Wat wil ik daarmee zeggen? Toon begrip voor de situatie, neem de tijd voor de verandering, betrek de mensen in het proces en blijf vooral helder en duidelijk communiceren.