Horen directeuren wat er echt speelt? (Bert Overbeek bij BNR Radio)

Gisteren, vrijdag 24 juli, was ik te gast bij Business News Radio (BNR) om te praten over het thema ’Terug naar de werkvloer’. Samen met twee bestuursvoorzitters, Frie van Hulten (CSU) en Ronald van Zetten (Hema). Het was een geanimeerde discussie, in de studio aan het Prins Bernhardplein in Amsterdam. (De link vind je hier, datum 24 juli: http://www.bnr.nl/radio/programmas/leiderschap/11951268?archief=)

Ik betrap mezelf altijd op veel gedrevenheid in dit type discussies, en dat heeft te maken met een behoefte om de top van bedrijven en de medewerkers dichter bij elkaar te brengen. Wie dat werkelijk wil, ziet veel mis gaan, en ziet vooral veel wanen.

Eén van die wanen is dat bestuursvoorzitters vaak denken dat ze voldoende geïnformeerd zijn over zaken in hun organisatie. Spreek met de medewerkers, en je weet dat dit een te romantisch idee is. En vaak meer dan dat. In mijn boek ‘Heerlijk, de werkvloer op!’ inventariseer ik handvatten om dit te voorkomen.

In de discussie gisteren vond ik dat Frie en Ronald er te gemakkelijk van uit gingen dat ze voldoende geïnformeerd waren. Ik vond dat ik dat kritisch moest benaderen, en mensen niet naar de mond moest praten.

Dat wordt namelijk bij bestuursvoorzitters al erg vaak gedaan. Ik las ooit over het zogenaamde Ceaucescu-fenomeen, en haalde deze term van stal. Aan de tafel leek het alsof ik een vergelijking maakte tussen de bestuursvoorzitters en de dictator zelf. Alsof ze dictators waren. Maar wat bedoelde ik eigenlijk?

Ik bedoelde dat mensen bij een ontmoeting met leiders, van welke signatuur dan ook, onder de indruk zijn, voorzichtig worden, sociaal wenselijk gedrag gaan vertonen en hun kritiek –als ze hem al uiten- verpakken. Ceaucescu blijft een heel duidelijk voorbeeld, omdat hij tot het laatst heeft gedacht dat de Roemenen van hem hielden. En waarom? Omdat niemand eerlijk was in zijn directe omgeving.

Ik geloof dus niet dat een bestuursvoorzitter die weinig aanwezig is in het proces een scherp beeld krijgt van wat er echt leeft. Zelfs eerste lijnsmanagers vinden het al moeilijk dat beeld echt helder te krijgen. En dat heeft gevolgen.

Begrijp me goed, ik betoog niet dat bestuursvoorzitters veel aanwezig hoeven te zijn op de werkvloer als ze te druk zijn met andere dingen. 6 keer per jaar en zo’n weekje per jaar meelopen is voldoende, maar je blijft toch een beetje de koningin voor de mensen. Dus de echte beoordeling van je werk hoor je niet van de mensen. Informatiestromen binnen het bedrijf blijven daarbij ook altijd een beetje onbetrouwbaar, vanwege de politieke kleur, en omdat ook managers in contact met hun grote baas altijd wat onder de indruk zijn.

Hier ligt toch een rol voor consultants, ondernemingsraden en vakbonden. Een bestuursvoorzitter die serieus beleid wil maken en echt wil weten wat er gebeurt in zijn bedrijf houdt zijn oren goed open als hij met deze instanties praat.

Consultants er massaal uitgooien vind ik persoonlijk geen optie (en niet alleen omdat ik zelf consultant ben). Zij zorgen voor zeer relevante informatie, omdat ze niet politiek gekleurd zijn. Jammer dat veel consultants er zo’n puinhoop van hebben gemaakt door de goeroe uit te hangen. Zelf was ik een jaar of zeven geleden in de verleiding om goeroegedrag te gaan vertonen. Ik vond niet dat organisaties daarmee gebaat waren. Eigenlijk alleen de goeroe die zijn beurs spekte.

Een consultant heeft de taak om dingen zichtbaar te maken in organisaties en ze om te buigen. Niet in zijn eigen belang, maar in het belang van de organisatie. Dat voedde mijn standpunten gisteren in de discussie met de heren Van Zetten en Van Hulten. Beide heren maakten op mij overigens een positieve indruk in de wandelgangen. Ik vond dat ze veel gevoel aan de dag legden voor de werkvloer. Alleen vond ik het belangrijk om ze duidelijk te maken, dat je dat nog niet tot een goed geïnformeerd man maakt.

Een bestuursvoorzitter die zich realiseert dat mensen sociaal wenselijk gedrag vertonen wanneer hij in de buurt is, is drie stappen verder. Iemand die dat niet beseft, mist iets. Daarvan ben ik overtuigd. 

 

Het boek ‘Heerlijk, de werkvloer op!’ is nog steeds te koop via pitcher.support@hetnet.nl


Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Willem Scheepers
Interessant Bert. Er zijn meer voorbeelden:
ook Tilmant (v/m CEO ING) wist tot laatst niet wat er nu exact gebeurde in zijn organisatie. Hij was verbijsterd over zijn eigen snelle neergang.
Het bleek dat er een leemlaag was tussen de Top van ING (ca. 100 managers & consorten) en de rest van de organisatie.
Communicatie tussen beide lagen was op zijn zachtst gezegd niet optimaal. Dat blijkt ook uit een <a href="http://www.managementpro.nl/strategie-bestuur/de-koekenbakkers-van-ing/" rel="nofollow">recente Zembla uitzending</a>.
Tilmant zal zeker niet de enige CEO, de enige Baas zijn die zich niet bewust is wat er nu écht op de werkvloer gebeurt.
Binnen de huidige hectiek is dat feitelijk ook onmogelijk, dat te weten is een utopie.
Daarom: geef je medewerkers je vertrouwen &amp; wie weet vertrouwen zij vervolgens jou &amp; vertellen ze je (bijna) alles...... ;-)
Renske Quekel
Leuk gesprek! Maar eigenlijk te kort om zaken echt goed uit te diepen en te verduidelijken. Zou bijna woordelijk me hebben willen discussieren, vragen hebben willen stellen etc. Kan op een heleboel punten een heel verhaal gaan ophangen betreffende mijn eigen ervaringen. Kort door de bocht; ik kreeg vaak veel te horen, omdat ik veel op de werkvloer was en veel aandacht aan mensen gaf, maar werd daar zelden door directies of hoger management serieus in genomen. Zelfs al kwam ik met een kant en klaar plan zaken te verbeteren en die dan ook nog besparingen opleverden. Wie weet heb ik gewoon een uitermate goed gevoel dit soort bedrijven op te sporen en heeft het veel met mijn vakgebied te maken;-). En nog korter door de bocht; het heeft alles te maken met instelling en kracht van mensen.