Rokers werken uren minder

Op de luchthaven van München heeft men het begrepen. Rokers moet je te kijk zetten. In een grote glazen kooi op een luchthavenpromenade. Temidden van de handel in Armani pakken, Gaultierparfums en harde schijven waar de inhoud van je computer een keer of 20 op kan.
De niet-rokers lopen in een rookvrije enthourage en zien ineens een kubus van glas waarin een grijze mist en een paar asgrauwe verslaafden. De kubus heeft het karakter van een kooi in een dierentuin. De rokers zouden een bezienswaardigheid kunnen zijn, wanneer de niet-rokers er ‘en masse' omheen gingen staan.
De roker interesseert het waarschijnlijk net zo weinig als een chimpansee die al 7 jaar uit zijn natuurlijke omgeving weg is. Als hij maar roken kan. Dat geldt ook voor de rokende werknemer.
Zonder gene verlaat hij het kantoor om buiten of in een speciaal rookhok aan zijn verslaving toe te geven. Een kwartier later komt hij terug. En dat zo'n keer of vier, vijf per dag. Werkgevers staan het oogluikend toe.
Als roker van af en toe een sigaartje vind ik dat het maar eens afgelopen moet zijn. Met roken op de werkplek. Je bent daar om te werken. Niet om te roken. Niet om vanwege een verslaving de deur uit te lopen. Of wel soms?

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>