Werkvloer heeft hekel aan carrierejagers

Carrieremakers worden op de werkvloer vaak minder gewaardeerd dan in de managementlagen. Het samen een klus klaren is belangrijker dan opklimmen in de hierarchie. Het woord ‘streber’ heeft hier zelden een positieve klank. Dit is een interessant gegeven. Gedreven gedrag wordt nogal eens gezien als overdreven gedrag. Iemand die ambitieus is, werkt automatisch ook aan de relatie  met zijn superieuren. Dat heet op managementniveau netwerken, maar in de operatie wordt het maar al te vaak gezien als ‘een wit voetje halen’. Buig dat maar eens om! 

Carrieremakers worden op de werkvloer vaak minder gewaardeerd dan in de managementlagen. Het samen een klus klaren is belangrijker dan opklimmen in de hierarchie. Het woord ‘streber’ heeft hier bepaald geen positieve klank. Dit is een interessant gegeven. Gedreven gedrag wordt nogal eens gezien als overdreven gedrag. ‘Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’ luidt het credo. Iemand die ambitieus is, werkt automatisch ook aan de relatie met zijn superieuren. Dat heet op managementniveau netwerken, maar in de operatie wordt het maar al te vaak gezien als ‘een wit voetje halen’. 

Dat laatste is een hardnekkig mechanisme op de werkvloer. Men houdt er niet van slijmen bij de baas. Die verdenking wordt buitengewoon snel op iemand gelegd, en je wordt maar zo vergeleken met een NSB’er. Wat precies de achtergrond is van dit zeer krachtige informele mechanisme, weet ik niet met zekerheid. Ik weet alleen dat het in 1979 ook al bestond, en in sterkere mate. Ik kwam toen bij de NS in dienst en daar was een tweespalt tussen ‘jan met de pet’ en ‘witte boorden’. Van een machinist die in 1946 bij ‘het spoor’ was gekomen, vernam ik dat hij uit mondelinge overlevering had gehoord dat het onderscheid tussen jan met de pet en het witte boord al in 1903 werd gemaakt, tijdens de spoorwegstaking. We hebben dus te maken met een mechanisme dat al meer dan een eeuw oud is, en wie weet hoeveel decennia het toen al bestond. 

Het gaat om een oud, marxistisch onderscheid. Ik weet het, want mijn grootvader was fabrieksarbeider en maakte het onderscheid ook in de jaren vijftig. En die stond in de jaren van Drees ’s morgens de internationale te zingen, daar in Heveadorp. In feite is het natuurlijk zo dat ‘witte boorden’ macht hebben over ‘jan met de pet’. Ze verhogen of verminderen hun salaris. Ze bepalen of er overgewerkt moet worden. Ze zorgen voor meer of minder collega’s. Ze breiden vrijheid uit of perken hem in. En geen volwassen man of vrouw vindt het leuk om zijn vrijheid ingeperkt te zien worden. Zeker niet in het anti-autoritaire Nederland. 

Dus worden er partijschappen geschapen. Witte boorden en jan met de pet. En bij jan leeft maar al te vaak het idee dat de witte boorden niets doen. Jan doet het echte werk. Het witte boord is een profiteur. En iemand die een functie van dat kaliber ambieert, is dan ook verdacht. Zijn hier oplossingen voor? 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Laurens Vellen
Ook hier geldt het oude spreekwoord: "Je krijgt wat je verdient." In organisaties die het najagen van een carriere belonen, zal het zeker zo gaan als Bert Overbeek beschrijft. En dan is carriere maken ook niet iets om trots op te zijn. Het kan natuurlijk ook anders. In veel organisaties maak je carriere door prestaties te leveren en dat doe je zelden in je eentje. Dat doe je samen met anderen, dus ook met mensen op de werkvloer. Op die manier krijg je managers die carriere maken èn respect van de werkvloer krijgen. Als die het ver schoppen hoor je jaren later de mensen op de werkvloer nog met veel respect over hen praten. Goede organisaties moedigen dat soort carrieremakers aan.
Overigens vind je deze mensen vrijwel uitsluitend in het bedrijfsleven en bijvoorbeeld zelden bij de overheid of in de zorgsector. Iets voor een volgende beschouwing, Bert?
Alberdina Turkstra
Je hebt sierpaarden en werkpaarden. De sierpaarden weten niet half hoe het is om je in het zweet te werken en de werkpaarden weten niet half hoe hard het werken is om mooi te zijn (én alle blikken op te vangen). Kijkje in elkaars keuken?
Joke van Galen
Het indelen in klassen is volgens mij een uiting van de organisatiecultuur. En niets is zo hardnekkig als cultuur: mensen houden het zelf in stand. En natuurlijk weet je generaties later niet meer het hoe of waarom. Maar het is een algemeen gevoeld gegeven: zo is het nu eenmaal.
Het is heel lastig om door dit soort Calimero-gedrag te breken. Ik denk dat de top van een organisatie hierin het eerst aan zet is en het goede voorbeeld moet geven. Goed HR beleid kan helpen de kloof kleiner te maken. Carriere maken doe je inderdaad zelden alleen, dat ben ik met je eens, Laurens. Ik waag te betwijfelen of je dit soort mensen zo zelden tegen komt in de zorg of bij de overheid. Waarop baseer je deze uitspraak?
Laurens Vellen
Reactie op Joke van Galen: Ervaringen van mijn echtgenote, familie, vrienden, kennissen en buren in de semi-overheidssfeer en de zorg hebben mij ervan overtuigd, dat het soort mensen war ik het over heb twee keuzemogelijkheden hebben: wegwezen of een burnout riskeren. Mensen, en zeker mensen op de werkvloer, tellen in dit soort organisaties vaak niet. Vraag het de eerste de beste verpleegster of iemand in de thuiszorg. Kijk eens goed naar de veelvuldige reorganisaties in de zorgsector. Of vraag eens iemand van het CBS onder vier ogen naar zijn mening. Je weet niet wat je hoort! Waar een organisatie eerst "gekanteld" moest worden, wordt nu bijvoorbeeld een "driesporenbeleid" uitgezet en geïmplementeerd. Ik luister bij verhalen over dit soort zaken altijd met rode oortjes, wachtend tot het moment dat de mensen in de organisatie aan bod komen. Ik wacht nog steeds!
Hoewel ik zelf de reputatie heb een harde en directe interim manager te zijn, kan ik nog steeds kwaad worden als ik zie hoe er met mensen omgesprongen wordt in de organisaties die ik noemde. Geen wonder dat ze daar grossieren in overspannen medewerkers, burnouts en ander psychosomatisch ongerief.
Natuurlijk kom je de tweedeling die Bert Overbeek aanhaalt ook tegen in het bedrijfsleven. Maar minder, veel minder. En bovendien heerst in het bedrijfsleven duidelijk het besef dat een gezonde en gemotiveerde medewerker geld oplevert en een zieke medewerker handen vol geld kost. Kijk, dat argument heb ik nou nog nooit horen noemen in die andere sectoren. Jammer, toch?
Joke van Galen
Beste Laurens,

De verleiding is heel groot om je groot gelijk te geven. Ik snap heus wat je bedoelt. Ik heb zelf jarenlang in de zorg gewerkt en daarin een redelijke loopbaan opgebouwd.
Wat ik als leidinggevende altijd heb gedaan is contact houden met de werkvloer: ik wilde de gevolgen van "mijn" beleid wel kunnen blijven zien. Wat mij opviel is dat verzorgenden de neiging hadden om zichzelf niet serieus te nemen (ik ben maar een verzorgster en de dokter, de directeur en al die "hoge bomen" moeten mij maar vertellen hoe ik het werk moet doen). Ik heb me heel druk gemaakt met wat ik "emancipatorisch" opleiden en coachen noemde: je hebt de plicht je talenten te ontplooien, je beroep en jezelf serieus te nemen. In het HR beleid heb ik daar steeds vol op ingezet: kwaliteit van zorg bereik je alleen door goed personeelsbeleid.
Toen brak de tijd van fusies en zorgzwaartepakketten aan en werd de zorgvrager een calculatie-principe. Ik zag de kloof tussen top en werkvloer steeds groter worden en er had niemand meer zicht op dat grote, grijze middengebied. Heel treurig allemaal.
De eerste stap in de oplossing zie ik als "back to basics". De top moet over dat grote, grijze middengebied heen stappen en weer zicht krijgen op het primaire proces. Dat is het bestaansrecht van de organisatie.
alleswat
Hmm helaas is en wordt het onderscheid door alle partijen graag in stand gehouden met de bijbehorende cliches wat voornamelijk op zwaar onbegrip leunt.

Ik ben zowel werknemer, vertegenwoordiger als salesmanger bij allerlei grote bedrijven geweest en het is gewoon grappig als je al die signalen opvangt van die verschillende partijen.

Maar wijsheid is het doorgaans allemaal niet.
Joke van Galen
Beste alleswat,

Ik heb een beetje moeite om te begrijpen wat je bedoelt. Welke wijsheid wil jij met ons delen?
Alberdina Turkstra
Alleswat, wel een beetje stil hè?
Is er wat?
Bert
Lul toch niet zo slap joh